Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
spanklem, sergeant, lijmknecht (verouderd)
Vakjargon: ex FR: serre-joints, serre-joint:
instrument dat wordt gebruikt door monteurs, timmerlieden, meubelmakers, installateurs om 2 verschillende delen samen te monteren tot 1 geheel.
Wordt zelden gebruikt in NL. Ze kennen het wel, maar wordt door hen niet zozeer gebruikt om het gereedschap ermee aan te duiden. Zij gebruiken lijmklem.
Op het werk hebben ze een nieuwe balie op de receptie gemaakt. Bij het verlijmen van het werkblad op de toog gebruikte de Nederlandse technieker een serzjant. “Nee” zei hij, “dat is een lijmklem”.
vreemd ogende eenzaat, een guur figuur, …
(Antw.-stad) ne /schaawe/ u+w uitspr. aa (vgl. duwen, spuwen)
Dat is ne schouwe daar, die zit al heel den avond op den hoek van den toog onder zijnen hoed door te kijken.
gekoelde vitrinekast
De koeltoog van den beenhouwer ligt vol kerstversiering.
iemand die vaak of lang aan de bar zit, kroegloper
Mijn broer is een echte toogplakker
een dikke buik van veel bier te drinken
In Gent: tugzweere
zie ook: horecagezwel
Amai, je toogzweer is nog vermeerderd sedert ik je laatst zag!
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.