Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
schoelie
schoelje
Dat is ne schulle, hij heeft al meer in de bak gezeten als iets anders.
schurk, schoelje
Een schoelje,
d.w.z. een gemeene kerel, een schoft1), een jakkepoes2); ook hier en daar in Zuid-Nederland (Antw. Idiot. 1081). De eig. beteekenis van dit scheldwoord is ovenpaal, in welken zin in Zuid-Nederland schoelie nog bekend is (Schuerm. 521 b; …
Gevonden op http://www.dbnl.org/tekst/stoe002nede01_01/stoe002
spreek ook uit: schoelle, schoelles
in Antw. Kempen: schulle(s)
Die gasten van de Jean zijn echte schoelies. Vroeg of laat gaat daar nog ene van in ’t gevang terechtkomen.
een soort werkjas zonder voorsluiting die over het hoofd wordt aangetrokken, meest bekend als boerenkiel.
Ten noorden van Antwerpen (o.a. Turnhout) synoniem van stoffrak.
Op school droegen de meisjes een schort en de jongens een kiel.
bontjas, pelsen jas /n.e ’vèl n.e ’frak / [n?v?ln?fr?k]
Wie draagt bij zo’n weer ne velne frak?
Veel te warm daarvoor!
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.