Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
aanhangen, arm in arm lopen, kabas, iemand ne ~ geven
Ons bonneke wilde altijd bij mij kabassen, als ze naar de hoogmis ging. Ze was ook niet zo goed meer te been.
< Fr. caban < Siciliaans cabbanu < Arabisch qaba = tuniek
regenjas (voor op de fiets?)
zie ook kabaan
/ka ’ba~/
Het regent pijpestelen. Ik ga mijne cabaan aandoen.
metalen hoedje aan een steel waarmee kaarsen kunnen worden gedoofd, (kaarsen)domper
Aan de ‘kaasendoemper’ zat dikwijls nog een wiek vast om kaarsen (bv. op een altaar in de kerk) aan te steken.
kaars
(in sommige streken van Limburg is de klinker kort: een kas)
De kaase aondoên (de kaarsen aansteken).
Ich zal vér dich e kèèske branne (vgl. keske).
Een iets minder hoog maar breder pilsglas zonder ribben.
vgl. ribbeke(n)
in West-Vlaanderen: boertje
Mijn grootvader dronk graag zijne Stella uit een boerken.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.