Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
(verkeersterm) intermodaal karakter van een (openbaar) transport- of vervoerssysteem, m.a.w. het goed op elkaar afgestemd zijn van diverse vormen van vervoer
“intermodaliteit van het vervoer” is een leenvertaling van Fr. “intermodalité du transport” (Ned. intermodaal vervoer), al komt Engels “intermodality” in deze context intussen ook al wel voor; het woord is veel couranter in België dan in Nederland, wat pleit voor de genoemde stelling
Het Brusselse initiatief “Villo!-netwerk” ligt volledig in lijn met de opdracht van het Gewest om fietsen in de stad aan te moedigen en de intermodaliteit van de vervoerswijzen uit te bouwen.
Een fietspunt is een voorziening in Belgische stations ter bevordering van fietsverkeer en intermodaliteit. (wiki)
(verkeersterm) intermodaal karakter van een (openbaar) transport- of vervoerssysteem, m.a.w. het goed op elkaar afgestemd zijn van diverse vormen van vervoer
“intermodaliteit van het vervoer” is een leenvertaling van Fr. “intermodalité du transport” (Ned. intermodaal vervoer), al komt Engels “intermodality” in deze context intussen ook al wel voor; het woord is veel couranter in België dan in Nederland, wat pleit voor de genoemde stelling
Het Brusselse initiatief “Villo!-netwerk” ligt volledig in lijn met de opdracht van het Gewest om fietsen in de stad aan te moedigen en de intermodaliteit van de vervoerswijzen uit te bouwen.
Een fietspunt is een voorziening in Belgische stations ter bevordering van fietsverkeer en intermodaliteit. (wiki)
bibberen
zie ook: didderen, rijeren, bibbelen, rijlen
West-Vl. dudderen
godzjumenas tis kaad, ik dedder uit mijn vel.
bibberen
ook in West-Vl.
Kempen: didderen
Ik denk dat ik ziek ben, ik zit te dudderen bij de chauffage!
“Gy hebt daer zo een dun roksken aen … en duddert gy niet van de koude, myn kind”. C. Duvillers bij De Bo (1851).
bibberen, beven
zie ook: dedderen, rijeren, bibbelen
West-Vl. dudderen
- didderen, dedderen, dudderen, onz. zw. ww. Eng. didder, dither, verdere verwanten zijn niet bekend.
Bibberen, huiveren. Slechts gewestelijk in gebruik, in Z.-Ndl. (WNT)
De pasgeboren puppy diddert, waarschijnlijk van de koude lucht op zijn nat pelske.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.