Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
de mol (bof) is een kinderziekte waarbij een verdikking onder het oor ontstaat (ontstoken klieren), zeer besmettelijk en met gevolgen voor jongetjes (onvruchtbaarheid) als het niet goed verzorgd wordt
Eerst kreeg de oudste de mol en 14 dagen later was het de jongste die met een warme sjerp om de oren rondliep, gelukkig waren het meisjes.
fig. een vrouw die opvallend slecht gekleed is
(eigenlijk: “Een voddekleed of zoo iets dat men op eenen stok in den akker plant om de vogelen te verschrikken en te verjagen” De Bo (1890))
Heb je de dochter van Marie al gezien? ’t Is precies een schuw (vogelschrik).
slap
De bladeren van de hortense hangen slutse met dat warme weer, geef ze maar rap een emmer water.
Tante Maria is nogal vermagerd, heb je gezien hoe slutse haar kleed rond haar lichaam hangt.
De laatste dagen voel ik me echt slutse, als het niet betert ga ik toch maar eens naar de dokter.
met nadruk neen zeggen
Moeder tegen zoon: hebt ge uw kleren weggelegd?
zoon: baneenk
prullaria
verschillende dingen door elkaar
en beetje van alles
fietjefaterie
Haar huis staat vol met fietsjefatsjerie.
Zijn jullie nog op restaurant geweest gisteren avond? Neen we hadden niet zo’n honger en hebben thuis nog een beetje fietsjefatsjerie ge-eten.
Ik moet dringend eens naar dat magazijn want ik heb een hele hoop fietsjefatsjerie nodig.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.