Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
tuinhuisje
dim.: zomerhuisje
graag bevestiging van de regio
Hij zet al zijn tuingereedschap in het zomerhuisje.
- een openstaande naad in een rok
- de afstand tussen de borsten van een vrouw
- Met die splette in haar rok kun je haar billen zien.
- Bij de meeste vrouwen zie je nu het spletje en bij veel vrouwen zelfs een diepe splete tussen de borsten.
kier of reet
Van Dale 2005
3. (Belgisch-Nederlands, spreektaal) kier of reet waarmee een deur, venster, gordijn enz. openstaat
In de winter verkoopt de Gamma veel tochtband om de spleten van ramen en deuren dicht te maken.
De deur stond op een spleet en de klein mannen loerden naar binnen.
iemand die vuil is, vuilak
VD2013 online: gewestelijk
bijna 2x zoveel googlementen in .BE dan .NL
Gij se vuilaard, kuist uw schoenen eerst eens af voordat ge binnenkomt!
een katholiek, bij uitbreiding een christen-democraat
West-Vl.: kalote
(kaloot is mannelijk in Antwerpen)
Afkomstig van het Franse calotte. Een (even pejoratief) synoniem is tjeef.
< kalot: (1677) <Fr. calotte
(vaak verkleinv.) mutsje dat r.-k. bisschoppen, vroeger ook priesters, op de kruin dragen
(vandaar, gewestelijk, verouderd) spotnaam voor klerikaal
(in ’t mv.) de partij der klerikalen (Van Dale 2005)
De kaloten hebben de verkiezingen gewonnen.
À bas la calotte!
Hij die ’t licht niet kan verdragen der Geen Taalse zon,
hij weze een kaloot of een bekrompen franskiljon.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.