Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
een wedstrijd pierbollen
Hij heeft bij de piering een hesp gewonnen.
Cafésport waarbij men met een halve houten bol, de pierbol,
smalle houten kegels omver bolt. Van de tien kegels staan er negen 3×3 opgesteld, terwijl de tiende, de zot genaamd, op één kegellengte verwijderd staat. De middenste van de negen is de negenman.
Bij het bollen rolt de bol in een spiraalvormige baan. Het is de bedoeling om zoveel mogelijk van de negen kegels te raken doch de zot te vermijden.
Bij een andere variant gaat het erom de negenman niet te raken.
Wordt meestal op de grond en soms op een speciaal daarvoor voorziene tafel gespeeld.
Ze waren daar aan het pierbollen, er zijn er niet zo veel die dat nog kunnen precies.
Halve houten bol met ronde brede groef in de platte kant, gebruikt bij het pierbollen om de houten kegels omver te rollen.
Je moet die pierbol op de juiste manier een zet geven om de kegels omver te bollen.
Woord afgeleid van smeren. (boter op brood/pistolets)
Jaarlijks feest van een vereniging waarbij een deel van de clubkas wordt aangewend om spijs en drank te betalen en waarbij duchtig “gesmeird” wordt.
Ze hadden veel te veel eten besteld voor de smeir van de visclub. Ze hebben den overschot onder de leden verdeeld.
gehoopt en geknoopt
volledig, in zijn geheel
Hij heeft dat kieken gehuëpt en geknuëpt opgefret.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.