Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
aangezicht
Ned. tuit
in Antw. teut (m.)
in O-Vl. en Vl-Brab.: toot (m.)
in W.-Vl. tote (vr.) vgl. totentrekker
Kareltje is op zijnen toot gevallen, maar ’t is niet zo erg.
alles wat voorhanden is, santeboetiek, begeuze
Ik moet men hele santekraam nog inpakken eer ik hier kan vertrekken.
bezit, hebben en houden, spul
Ik zal mijnen buut is bijeen scharen en dan zennek de pist in. Zie pist, de ~ in
recht in de roos
zie ook plak op
Na de eerste noten die hij zong wist iedereen het: dat was boenk erop!
Al een chance kon hij tijdig freinen voor de motard, anders was het boenk erop geweest.
“Tomorrowland: niet boenk erop, wel onvergetelijk” (DeRedactie.be)
Kunstmaan zit ‘Boenk erop’ met de Antwerpse Kempen. (TPA – Toerisme Provincie Antwerpen)
niet menen wat men zegt; totetrekkerie
Je moet niet geloven al wat hij zegt, want ’t is allemaal mondjemakerspel.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.