Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    kozzem
    (de ~, ~s, zst. nw. m.)

    de kwab onderaan de hals van een koe,
    overdrachtelijk: hals van een dik persoon

    zie ook kossem

    Runderen hebben een kozzem omdat ze geweldige hoeveelheden gras doorslikken en verteren.
    Ge wordt te dik, met zo’n kozzem krijgt ge uw hemden niet meer dicht.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 23 Nov 2013 16:37
    0 reactie(s)

    tap, gelukkige ~
    (zn. m. geen meerv.)

    iemand die geluk, chance heeft

    zie ook tapsjaar, chansaar

    Vertrekt ge morgen op cruise in de Caraïben? Gij zijt toch ne gelukkigen tap!

    Regio Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 23 Nov 2013 16:33
    0 reactie(s)

    tap, gelukkige ~
    (zn. m. geen meerv.)

    iemand die geluk, chance heeft

    zie ook tapjaar, chansaar

    Vertrekt ge morgen op cruise in de Caraïben? Gij zijt toch ne gelukkigen tap!

    Regio Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 23 Nov 2013 16:32
    0 reactie(s)

    moeëk
    (de ~ (m./v.), ~en)

    maag van een dier; zie ook hot

    de term wordt ook gebruikt in: die is op z’n moeëk uit = altijd eerst aan zichzelf denkend i.v.m. eten.

    ook in de Antwerpse Kempen

    < mook
    In Zuid-Nederland bekend als naam voor de eerste maag van herkauwende dieren, ook wel voor pens of buik in ruimeren zin, ook van een mensch.
    Afleiding: Mooken, ”veel, overdadig eten” (Corn.-Vervl.) (bron WNT); zie moeken

    < etymologie: mook, moke ingewanden, eerste maag van een herkauwer, pens (zuidnederlands) = Oostmiddelduits mauke ‘brij’. Van een wortel die ‘glibberig’ betekent en ook aanwezig is in aan het germaans ontleend provençaals mauca ‘ingewand’. Van dezelfde basis = lat. mucus ‘slijm’. (bron A. Weijnen)

    Als m’n vader een haan slachtte, dan werd de moeëk mee klaargemaakt en beschouwd als een lekkernij.

    Die koe is precies opgeblazen, ze irkt niet meer … ze heeft iets aan haar moeëk. (irken)

    Regio Hageland
    Bewerking door de Bon op 23 Nov 2013 12:38
    3 reactie(s)

    moeëk
    (de ~ (m./v.), ~en)

    maag van een dier; zie ook hot

    de term wordt ook gebruikt in: die is op z’n moeëk uit = altijd eerst aan zichzelf denkend i.v.m. eten.

    ook in de Antwerpse Kempen

    < mook
    In Zuid-Nederland bekend als naam voor de eerste maag van herkauwende dieren, ook wel voor pens of buik in ruimeren zin, ook van een mensch.
    Afleiding: Mooken, ”veel, overdadig eten” (Corn.-Vervl. (bron WNT); zie moeken

    < etymologie: mook, moke ingewanden, eerste maag van een herkauwer, pens (zuidnederlands) = Oostmiddelduits mauke ‘brij’. Van een wortel die ‘glibberig’ betekent en ook aanwezig is in aan het germaans ontleend provençaals mauca ‘ingewand’. Van dezelfde basis = lat. mucus ‘slijm’. (bron A. Weijnen)

    Als m’n vader een haan slachtte, dan werd de moeëk mee klaargemaakt en beschouwd als een lekkernij.

    Die koe is precies opgeblazen, ze irkt niet meer … ze heeft iets aan haar moeëk. (irken)

    Regio Hageland
    Bewerking door de Bon op 23 Nov 2013 12:36
    3 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.