Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
weggieten, weggooien (vnl. van vloeistof of stortbare inhoud van een recipiënt)
zie schudden
Sjèd dèè leiter nog mêr nie voert, dèè kan nog diene! (Giet die “leuter”, dat zeepsop nog maar niet weg, die/dat kan nog van pas komen)
warmwaterkruik, warmvoetensteen, heetwaterblaas
→ boejote, warmwaterblaas, stoopke
< Fr. bouillotte < bouillir = koken (rubberen recipiënt dat kokend water kan bevatten)
De boejot heeft een dubbele functie: ’s avonds lakens en voeten opwarmen, ’s morgens wekker als de blaas ijskoud geworden is. Ge moet dan wel in een niet-verwarmde kamer slapen met open venster. Wie heeft er nog een?
recipiënt (groter dan een kopje), gebruikt om aan de mond te zetten, bol die een drinkbare vloeistof kan inhouden;
ook de hoeveelheid die zo’n kom bevat;
een kom koffie, een kom melk, zelfs een kom soep
Letterlijk uit het Frans ‘récipient’: ontvanger. In de praktijk meestal een kom.
In NL een laboratoriumwoord.
Je doet de sla en de tomaten in een recipiënt en giet er dan de dressing overheen.
Steegje, heel smalle voetgangersdoorgang tussen huizen, kortere weg.
< kâsj zn. v.; dim. kasjken:
1. schacht, trapgat.
2. steeg. ((cage, cagie (Middelnederlands), cage (Frans)) woordenboekvanhetasses.be
Ik terf nie deer da kasjken goan, want daune zot stoat dor altetj.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.