Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    pensionaat
    (zn. o., ~aten)

    kostschool, internaat
    < Frans: pensionnat

    WNT: Vooral in Z.-Nederl. dikwijls eene kostschool die onder het bestuur van geestelijke zusters of broeders staat.

    Als ouders thuis met hun klein mannen genen blijf niet meer weten, steken ze ze meer en meer terug in ’t pensionaat.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 23 Mar 2015 14:50
    0 reactie(s)

    goert
    (de ~ (v.), -en)

    slok (pars pro toto, een deel voor het geheel) uit de drinkebus

    < Fr. une gourde

    Ge hebt een goert water binnen gekregen in het zwembad.

    Regio Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 23 Mar 2015 14:29
    5 reactie(s)

    bellekentrek

    zonder reden, voor de grap, om de mensen te koeioneren, aan de deur bellen en zo snel mogelijk uit het zicht verdwijnen.

    Vroeger bestond de bel uit een handvat, één of meer staven, een duikelaar en een lange draad doorheen de gang tot vanachter, waar een bel/klokje was vastgemaakt aan een opgerolde veer. > vandaar trekken > trekbel

    zie belleketrek doen, koejonneren

    Van Dale 2005:
    2. in de verb.
    belletje trekken
    beldeurtje spelen

    De belhamels kozen als slachtoffer van bellekentrek meestal een oudje, dat wel wat tijd nodig had om tot aan de voordeur te geraken. De verwensingen vlogen dan ook de straat in.

    Regio Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 23 Mar 2015 14:01
    1 reactie(s)

    bellekentrek

    zonder reden, voor de grap, om de mensen te koeioneren, aan de deur bellen en zo snel mogelijk uit het zicht verdwijnen.

    Vroeger bestond de bel uit een handvat, één of meer staven, een duikelaar en een lange draad doorheen de gang tot vanachter, waar een bel/klokje was vastgemaakt aan een opgerolde veer. > vandaar trekken > trekbel

    ziebelleketrek doen, koejonneren

    Van Dale 2005:
    2. in de verb.
    belletje trekken
    beldeurtje spelen

    De belhamels kozen als slachtoffer van bellekentrek meestal een oudje, dat wel wat tijd nodig had om tot aan de voordeur te geraken. De verwensingen vlogen dan ook de straat in.

    Regio Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 23 Mar 2015 14:01
    1 reactie(s)

    uul
    (zn. m. -s)

    1. een vlinder: verkorting van papuul < Latijn papilio; vergelijk pepel
    2. een dommerik: uil

    1. Daar vliegt een uul.
    2. Het is maar een dommen uul.

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 23 Mar 2015 13:54
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.