Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
schop, trap met de voet
zelfst. naamw. afgeleid van trekken
< nevenvorm van trek
De vorm trok komt volgens moderne gegevens, naast trek, voor in West- en Oost-Vlaanderen, Zeeuws-Vlaanderen en Zuid-Beveland, Klein-Brabant en het Land van Waas (Woordenboek der Nederlandsche Taal)
Als hij niet vooruit gaat, geef hem ne goeien trok in zijnen ’ol.
pijnscheut, kramp, korte hevige pijn
zie ook trek
Kortsluiting op de draad van mijn strijkijzer. Had alles moeten laten vallen want ik kreeg me daar nen trok.
werknemer die een flexi-job uitoefent
synoniem van flexi-job-werknemer
“Een flexi-werknemer heeft net zoals een gewone werknemer recht op jaarlijkse vakantie. Hij bouwt op basis van zijn tewerkstelling als flexi-werknemer vakantierechten op.” (securex.eu)
werknemer die een flexi-job uitoefent
synoniem flexi-job-werknemer
“Op basis van concrete loonsimulaties blijkt dat het u minder kost om een flexi-jobber een dag voor u te laten werken dan een extra. Een flexi-jobber houdt netto ook meer over dan een extra.” (ondernemingsdatabank.indicator.be)
werknemer die een flexi-job uitoefent
synoniem flexi-job-werknemer
“Op basis van concrete loonsimulaties blijkt dat het u minder kost om een flexi-jobber een dag voor u te laten werken dan een extra. Een flexi-jobber houdt netto ook meer over dan een extra.”
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.