Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
rilling, bibbering, huivering
WNT:
Rij(d)ering, Middelnederlands rideringhe (koorts), rilling, siddering, huivering
- ”Rijderinghe. Tremor, horror”, Kiliaan, (1599)-
- ”’t Gedacht alleen daer van, doet een op-mercker de hayren te bergen staen, en een rijeringh door de beenen schieten”, De Brune (1658).
zie ook rijeren
Hij was zonder frak gaan wandelen en het duurde niet lang of hij had rijeringen van de kou.
Ze had rijeringen van de koorts.
beven, bibberen, huiveren om velerlei redenen: schrik, koude, afgrijzen, afkeer, honger, dorst …
< dialectische uitspraak van rijeren
Ik raaijer van den honger, een goei talloor soep zou me goed doen.
hevig bibberen
WNT:
modern lemma: rijeren
daarnaast rijderen < Mhd. rîderen. Frequentatieve vorm van Rij(d)en
Rillen, bibberen, sidderen, huiveren.
Hetzelfde als Rijelen. In N.-Nederl. verouderd.
“Rijeren van de körts” Corn.-Vervl. (1899)
zie ook raaijeren, rijering, dedderen, didderen
in Antwerpen: rijlen
Hij stond daar te rijeren van de kou.
Ge kunt ook rijeren van de schrik.
Gerijerd van de koorts heb ik gedaan voor dat mijn amandelen werden getrokken.
zie ook petteren, pet, petter, pettejoenk, petterij,
pet, een ~ krijgen of hebben,
loeten, zijn ~ hebben
Als onze Wout het petteke in heeft moet ge die stillekes laten doen en negeren, dan gaat die petterij het rapste over.
zie ook petteren, pet, petter, pettejoenk, petterij,
pet, een ~ krijgen of hebben,
loeten, zijn ~ hebben
Als onze Wout het petteke in heeft moet ge die stillekes laten doen en negeren, dan gaat die petterij het rapste over.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.