Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
koperkleurige muntstukken: 1, 2 en 5 cent
dikwijls dim. gebruikt: rosseke(s), roske(s), rostje
30 cent wc-geld, ik geef 50ct en ik kreeg allemaal roskes terug.
Die ros van een wc-madam heeft 20ct aan rossen teruggegeven.
rij
zie ook root, te ~
W-VL: rote
VD2014 online: gewestelijk
WNT: Modern lemma: root
— oudtijds, en nog thans dial. in Z.-Nederl. rote —, znw. vr. Mnl. rote; mnd., mhd. rote. Ontleend aan ofr. rote, route.
2. Rij. Nog thans in Z.-Nederl.
Eene rote boomen, De Bo (1873).
En heel root huizen is afgebrand, Corn.-Vervl. (1899)
De kinderen staan in de root.
Enkele voetballers staan op een root als ze een ‘muurtje’ maken.
achter mekaar (tijdsbepaling), achtereen, op rij
Van Dale 2014 online: gewestelijk
Ze hebben vier weken te root moeten werken om het dak van het klooster te repareren.
een telefoonpaal.
Vroeger begin 1900 bestonden alle telefoonpalen, elektriciteitspalen uit hout.(nu uit beton)
Wanneer men dan langs een telefoonpaal liep hoorde men een ronkend geluid van de draden. vandaar de naam.
Diene ronkestok werd vorige week vervangen door een betonpaal.
bromvlieg
Vlaamse Ardennen: maneschijter
zie synoniemen bij dol, maneschieter
< eigenlijk madeschijter
Kweten nie oedat komt, mö tzit hier ineens vul mê moaneschietters.
(ik weet niet hoedat het komt maar het zit hier ineens vol met bromvliegen)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.