Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    pain à la grecque
    (zn. m.)

    koekjes bestaande uit melk, bloem, suiker en kaneel, versierd met kristalsuiker.
    Het brood wordt gebakken in de vorm van een langwerpig, smal brood en vervolgens versneden in koeken.

    Oorsprong:
    In de 16e eeuw deelden de paters Augustijnen in hun abdij aan de Wolvengracht in Brussel brood uit aan de armen. In de volksmond werd dit brood het ‘brood van de grecht’ genoemd (grecht = gracht). Door de Franstalige invloed in Brussel werd de naam vertaald tot pain à la grecque en veel later terugvertaald naar het Nederlands als Grieks brood. (gedeeltelijk uit wikipedia)

    < volgens een variant op deze oorsprong bestaat het vermoeden dat een broeder-bakker van Franse oorsprong, of die in Frankrijk had verbleven, zich in de gemeenschap vestigde. Hij zou om in het dagelijks menu wat variatie te brengen, stokbrood gebakken hebben (in België meestal Frans brood genoemd) terwijl onze bakkers alleen maar ronde broden bakten.
    Zekere dag rolde deze bakker waarschijnlijk een restje deeg in de parelsuiker. Dit stokbrood met suiker werd meteen zeer lekker gevonden en werd voortaan in het klooster opgediend op de vette dagen.
    Hoe het gesuikerde en juist voldoende gebakken stokbrood naar buiten werd verspreid blijft een mysterie. Werd het aan de armen gegeven op feestdagen, aan kinderen om sympathie te winnen of eenvoudigweg verkocht tijdens de moeilijke en zwarte dagen?
    Feit is dat diegenen die dit lekker gebak aten, het in de gewesttaal “bruud van de grecht” noemden. (confreriestmichel.be)

    “Om thuis nog verder te genieten kopen we nog een zakje met een assortiment koekjes en een portie ‘pain à la grecque’.” (leuvensgenieter.com)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 29 May 2016 20:18
    0 reactie(s)

    moosen
    (ww. mooste, gemoost)

    prutsen, knoeien

    uitspraak in Antw.: moeëse

    Van Dale 2005: mosen
    (1926-1950) van moos (modder)
    1.(gewestelijk) knoeien, prutsen, broddelen
    vb. dat is geen werken, maar mosen

    zie ook moosker

    Hij is aan mijn fiets aan ’t moosen geweest. De versnellingen zijn ontregeld, de ketting is te hard opgespannen en knarst nu over het uitgesleten kamwiel. Hij zou daar beter met zijn fikken afblijven.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 29 May 2016 17:38
    2 reactie(s)

    pagadder
    (de ~ (m.), ~s)

    kleine jongen of meisje, meestal vertederend bedoeld!

    < Het woord “pagadder” is afgeleid van het Spaanse woord “pagador”, van het werkwoord pagar = betalen. Pagadores waren de betaalmeesters van de soldij voor de Spanjaarden die in Antwerpen gelegerd waren en die te klein van stuk waren om deel te nemen aan de gevechten. Vandaar de latere bijnaam voor kleine kinderen die nu nog gebruikt wordt: “pagadders”. (Wikipedia)

    andere verklaring: "Het woord pagadder werd door de Spaanse bezetter quasi-minachtend gebruikt voor de Antwerpenaars die buiten de stadswallen, de “Spaanse vesten”, woonden: ze waren zogezegd voor niets anders goed dan om te betalen, om af te dragen aan de Staat of het bewind – binnen de vesten woonden de poorters, de Seigneurs, de Sinjoren. "
    (http://www.geschiedenisvanantwerpen.be/forum)

    De juf vertelt een sprookje aan haar pagadders.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 29 May 2016 17:33
    1 reactie(s)

    pagadder
    (de ~ (m.), ~s)

    kleine jongen of meisje, meestal vertederend bedoeld!

    < Het woord “pagadder” is afgeleid van het Spaanse woord “pagador”, van het werkwoord pagar = betalen. Pagadores waren de betaalmeesters van de soldij voor de Spanjaarden die in Antwerpen gelegerd waren en die te klein van stuk waren om deel te nemen aan de gevechten. Vandaar de latere bijnaam voor kleine kinderen die nu nog gebruikt wordt: “pagadders”. (Wikipedia)

    andere verklaring: "Het woord pagadder werd door de Spaanse bezetter quasi-minachtend gebruikt voor de Antwerpenaars die buiten de stadswallen, de “Spaanse vesten”, woonden: ze waren zogezegd voor niets anders goed dan om te betalen, om af te dragen aan de Staat of het bewind – binnen de vesten woonden de poorters, de Seigneurs, de Sinjoren. "
    (http://www.geschiedenisvanantwerpen.be/forum 170407)

    De juf vertelt een sprookje aan haar pagadders.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 29 May 2016 16:21
    1 reactie(s)

    pagadder
    (zn. m.; ~s)

    Van Dale 2015 online: iemand die zelf in Antwerpen geboren is, maar van wie niet beide ouders er geboren zijn

    WNT: Een pagadder is … een Antwerpenaar geboren van ouders niet of niet beiden uit die stad afkomstig. De volbloed Antwerpenaar … heet daarentegen: Sinjoor, Schuermans (1865-1870).

    wdebelder.wordpress.com: Volgens de traditie is een Sinjoor iemand van wie de beide ouders geboren en getogen Antwerpenaren waren. Een pagadder is iemand die in Antwerpen geboren is maar van wie één of beide ouders van buiten de stad kwam(en).

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 29 May 2016 16:19
    2 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.