Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
lolly
“Ik heb vandaag mijn pree gekregen, maar mee tweeë frank doe-je niet veel niet meer. Vroeger ho-je d’r nog tweeë zure stampers veur. Maar ne muilentrekker (= zeer zure lolly) kost al vijf frank.”
snoep
smokkelen: (ww) snoepen vgl. sneukelen
“Gaan we smokkel kopen, ik heb goeste in een pakske zuur?” “Nee, we mogen niet smokkelen. ’t Is vasten.”
gat op vloerhoogte in de buitenmuur van het schotelhuis, om afvalwater te lozen
“Leg de steen voor ’t mozegat. Er zat gisteren een puit (= kikker) binnen.”
gemetseld verhoog (bank) tegen de muur van het schotelhuis, waarop het vaatwerk staat
“Ga eens een aker (= emmer) water halen. En zet hem in ’t schotelhuis op de burrebank.”
(vero.) soort reidans, slingerdans die men in Limburg bij feestelijke gelegenheden op straat of openbare pleinen placht te dansen
< Waals cramignon
Al in het begin van de twintigste eeuw omschreef D.J. van der Ven in het boek Neerlands Volksleven (1920) de cramignon als de enige nog levende dorpsreidans.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.