Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Knop aan de tak van een plant waaruit in het voorjaar de blaadjes tevoorschijn schieten, ontkiemende takken of bloemen
< italiaans bottone, frans bouton, Middelnederlands botte
WNT: Bot: Knop of oog van planten (boomen en heesters), waaruit zich bladeren en bloemen ontplooien; beginsel van een tak, een stengel of van bladeren. In Noord-Nederland thans alleen in hoogeren stijl gebruikelijk, doch in Zuid-Nederland het gewone woord.
zie ook bot, in ~ staan
De botten zijn weer aan het springen en de jonge groene blaaikes komen tevoorschijn.
Er zitten alweer botten aan de jasmijnboom, hopelijk vriezen ze niet kapot.
gele narcis
Van Dale 2005: paasbloem
volksnaam voor verschillende planten die rond Pasen bloeien, bv. het madeliefje, de gele narcis en de sleutelbloemen
De voortuin staat in maart vol met paasbloemen.
De narcis bloeit meestal rond de paasperiode en daarom wordt ze de paasbloem genoemd.
De bloem gekend als Afrikaantje (Tagetes)
De geur van deze plant houdt wormpjes en ander ongedierte weg wat haar in de volksmond ook de bijnaam “stinkertje” heeft opgeleverd. (info: wikipedia)
In het seizoen zie je in veel volkstuintjes stinkerkes staan in alle kleuren.
de bloem gekend als leeuwebekje (antirrhinum majus)
In onze tuin hebben we gaperkes geplant in alle kleuren.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.