Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    flèche
    (zn. v.)

    - pinker- richtingaanwijzer
    - in wagens uit de jaren 50

    zie ook flisse

    Klik op de afbeelding
    Austin A30 22 February 2014
    Auto met ‘flèche’

    ‘Vergeet niet de (joen) flèche uit te steken’ zei mijn vader telkens ik een straat indraaide. Die flèche was de richtingsaanwijzer, een metalen staafje dat op en neer ging en ’klik-klak-klik-klak … zei.

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 12 Apr 2017 14:53
    0 reactie(s)

    flisse
    (de ~, ~n)

    richtingaanwijzer

    Fr.: flèche

    < vroeger was de richtingaanwijzer een uitklapbaar pijtje, links en rechts aan de zijkant van de auto, vandaar
    ‘flèche’ > flisse

    Klik op de afbeelding
    Armstrong Siddeley Sapphire Winker
    Auto met een ‘flisse’ als richtingaanwijzer

    Ook uitgesproken als flische, flisje, …
    Ww.: flisjen

    Zie ook pinker, clignoteur

    Ik wist niet dat die auto wou inslaan, zijn flisse lag niet aan.

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 12 Apr 2017 14:49
    0 reactie(s)

    flisse
    (de ~, ~n)

    richtingaanwijzer

    Fr.: flèche

    < vroeger was de richtingaanwijzer een uitklapbaar pijtje, links en rechts aan de zijkant van de auto, vandaar
    ‘flèche’ > flisse

    Klik op de afbeelding
    Armstrong Siddeley Sapphire Winker
    Auto met een ‘flisse’ als richtingaanwijzer

    Ook uitgesproken als flische, flisje, …
    Ww.: flisjen

    Zie ook pinker, clignoteur

    Ik wist niet dat die auto wou inslaan, zijn flisse lag niet aan.

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 12 Apr 2017 14:49
    0 reactie(s)

    foert
    (tussenw.)

    verrek, verdomme, de pot op!
    ww. foerten en vorten: oprotten

    Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands, spreektaal
    ter aanduiding dat men zich ergens niet (meer) mee wil bemoeien of het zich niet meer wil aantrekken
    synoniem: zoek het zelf maar uit, ze bekijken het maar

    zie ook flut

    Foert, ik trap het hier af (aftrappen), dat ze ’t in ’t vervolg zelf doen!

    Ze kunnen allemaal foerten! (prov. Antw.)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 12 Apr 2017 14:08
    0 reactie(s)

    snotvink
    (de ~ (v.) , ~en)

    verkoudheid

    WNT: Snotvink: snottebel. Verouderd.
    Haer neusken is als ’t kack-huys dat over ’t water hanght Waer in sy met haer tonge snot-vincken vischt en vanght, Eerel. Pluckv. (Antwerpen 1669)

    Ik zit met een snotvink.

    Snotvinken vangen: een druipneus halen.

    Regio Leiestreek
    Bewerking door de Bon op 12 Apr 2017 13:32
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.