Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
wortel
dim.: peeke
< pee is de oorspronkelijke vorm van peen die in Z.-Nederl., Zeeland en een deel van N.-Brab. en Z.-Holl. nog de gewone is. (Woordenboek der Nederlandsche Taal)
We eten erwtjes met peekes.
worteltjes
diminutief van pee
klik op de afbeelding
Peekes in verschillende kleuren
We eten korteletten met peekes en ertjes.
Geef mij een kilo peekes, a.u.b!
worteltjes
diminutief van pee
We eten korteletten met peekes en ertjes.
Geef mij een kilo peekes, a.u.b!
1) oudere kerel, peetje
2) algemeen voor man, kerel
WNT: pee: In Z.-Nederl.
< frans père, latijn pater
1. Eig.: vader.
2. Alg.: een man, een kerel, dikwijls ook in ongunstigen zin gebruikt. In deze bet. soms opgevat als eene afkorting van Peter of Petrus.
“Een rare pee” De Bo (1873).
3. Inz.: een oud man, meestal met het bijdenkbeeld van afgeleefdheid: een versleten mensch. Gewoonlijk in den verkl. peetje (oudtijds petjen, pitjen) en peeken. Ook in tegenstelling met metje, meeken.
1) Dien ouwe pee heeft veel grappige verhalen over zijn jeugd.
2) Maar allee, de Jean dat is toch nen toffe pee!
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.