Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
emmer
< Oudfrans seille < Latijn sitella
WNT: SEUL, SEULE
In Vlaand.: Emmer, inzonderheid houten emmer.
Seule, suyle, Fland. Occident, j. eemer, (kil.)
- Van aen den Yper-stroom tot waer de vlammen waeren, De seultjes vlogen al van hand tot hand, v. daele bij de bo (1805)
- Hij deed het zand in eene seule, de bo (1873).
Pak eens een seule woater, da ’k het plankier kan kuisen.
Geft mie neke die seule, dak ze kan ielen. (Westhoek)
afzien, veel te verduren krijgen i.v.m. werk, ziekte, sport enz., verbijten, ‘op zijn sjiek bijten’
De laatste kilometers hebben de coureurs wat afgesjikt!
materiaalkoffer, gereedschapskist
WNT: Alaam, allam (met verwisseling van accent ALM, ALEM): Het woord was en is alleen in Z.-Nederl. en in Zeeuwsch-Vlaanderen bekend en daar nog thans algemeen; het beteekent gereedschap.
De schrijnwerker bracht eerst zijn alaambak naar binnen alvorens zijn werk te beginnen.
Alaambak van het merk Huismerk. (promobutler.be)
materiaalkoffer, gereedschapskist
WNT: Alaam, allam (met verwisseling van accent ALM, ALEM): Het woord was en is alleen in Z.-Nederl. en in Zeeuwsch-Vlaanderen bekend en daar nog thans algemeen; het beteekent gereedschap.
De schrijnwerker bracht eerst zijn alaambak naar binnen alvorens zijn werk te beginnen.
Alaambak van het merk Huismerk. (promobutler.be)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.