Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    dot
    (de ~ (v.), ~ten)

    een specifieke haardracht bij vrouwen
    vergelijkbaar met een paardenstaart maar dan in ‘bolvorm’ of ‘knotvorm’

    prov. Antwerpen: dod, vr., dodden, doddeke

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: dot – dod; Eene kleine massa ineengedraaid en vastgestoken hoofdhaar, een kleine wrong; soms, inzonderheid in Zuid-Nederland ook zonder gedachte aan eene kleine massa: wrong, toet.

    Mijn oma draagt haar haar altijd in een dotje.

    ’s Zomers, bij heet weer, is mijn haar meestal opgerold in een doddeke.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 30 Nov 2017 13:59
    5 reactie(s)

    snipsneeuw
    (de ~ (m.), geen mv.)

    fijne sneeuw
    zie ook: snipsneeuwen

    Van Dale en Woordenboek der Nederlandsche Taal: “motsneeuw”

    Er valt alleen maar snipsneeuw, ne sneeuwman zulle de klein mannen dan nog nie kunne maken.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 30 Nov 2017 13:56
    0 reactie(s)

    wrikkelen
    (ww. wrikkelde, heeft gewrikkeld)

    heen en weer bewegen

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: frequentatief van wrikken. Inz. in vlaamse bronnen aangetroffen.
    Zich heen en weer bewegen van: van personen en zaken
    Knoeien, frutselen, peuteren

    - ook in de Kempen, Lier:
    Hij sprong in het schuitje …, stak van kant en wrikkelde rechtstaande, stroomop, Timmermans, Pallieter (1916)
    - ook in Oost-Vl.: Treeze Moeiens hondje Zat op heur kloef. ‘t Wrikkelde z’n steertjen En Treeze Moeie loech, in Oostvl. Zanten (19de e.)

    zie ook: wrikkelgat, frikkelen, gefrikkel

    Zit nu eens stil en hou op met wrikkelen op je stoel.

    De kolossale man naast mij leunt tegen mij aan. Ik begin wat ongemakkelijk te wrikkelen maar hij wil van geen wijken weten. Zijn dikke dijen duwen tegen de mijne: (http://www.brusselblogt.be/2008/02)

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 30 Nov 2017 13:55
    1 reactie(s)

    buts
    (de ~ (v./m.), ~en)

    1) buil, bult
    2) deuk, bluts

    zie ook uitbutsen, butsen

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: Buts: Middelnederlands butse. Alleen in zuidelijke gewesten.
    1) Buil, bult, gezwel
    2) Deuk, en dus juist het omgekeerde

    1) De Jef heeft een buts op zijne kop.

    2) Uwen auto zit vol butsen.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 30 Nov 2017 13:53
    0 reactie(s)

    strunkelen
    (ww., strunkelde, gestrunkeld)

    struikelen, stronkelen

    ook in prov. Antw.

    Van Dale 2012 online: gewestelijk: stronkelen, strompelen

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: In een groot deel van het brabants en een deel van het vlaams taalgebied (Teirlinck: streunkelen) een bijvorm van stronkelen

    zie ook tsjobbelen

    Ik ben over mijn eigen voeten gestrunkeld.

    “Hij strunkelden over ’ne’ steen en hij viel”, Cornelissen-Vervliet (1899).

    Provincie Vlaams Brabant
    Bewerking door de Bon op 30 Nov 2017 13:53
    3 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.