Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    durven
    (ww. durfde of dierf, gedurfd)

    kunnen, kunnen gebeuren
    syn. willen

    vrttaal.net: Durven kan niet gebruikt worden in de zin van ‘kunnen’.

    Van Dale online: Belgisch-Nederlands, niet algemeen
    kunnen, het genoemde (m.n. ongewenste) gedrag vertonen of als kenmerk hebben

    zie ook: dierf

    Zo’n derby bij het voetbal durft wel eens uit de hand te lopen.

    Die vergaderingen durven wel eens laat te worden.

    De Jean durft wel eens te laat komen.

    Op zo ne zwoele zomeravond durft het wel eens te onweren.

    Dat durft al wel eens tegenslagen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 12 Jan 2018 17:36
    9 reactie(s)

    bouwpromotor
    (de ~ (m.), ~en, ~s)

    projectontwikkelaar

    Van Dale 2015 online: BE

    De bouwpromotor heeft het huis 3 meter verkeerd gezet.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 12 Jan 2018 17:34
    0 reactie(s)

    gleizen
    (bn)

    verglaasd aardewerk, vervaardigd uit gleis

    WNT: gleis: Benaming voor eene soort van pottenbakkersklei, misschien een afleidsel van frans glaise, pottenbakkersklei.

    zie ook gleierwerk, gleier

    Gleizen bloempotten met vrouwentongen erin sieren het vensterschab in het appartement.

    Er blijft nog slechts de koeketel en een schapraai met 5 gleizen borden over.

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 12 Jan 2018 17:28
    0 reactie(s)

    gleier
    (bn)

    van gleiswerk: verglaasd aardewerk, vervaardigd

    zie gleierwerk, gleizen

    Daar staan de koperen kandelaars te blinken; de tasjes en kopjes in gleier of porcelein die nooit gebruikt worden. (De Landsche Woning in Vlaanderen III, Stijn Streuvels)

    “Een lampet van gleiers”, De Bo (1873).

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 12 Jan 2018 17:20
    0 reactie(s)

    gleierwerk
    (het ~ (o.),)

    (verouderd in Nederland) aardewerk, porselein, vaatwerk, majolica

    WNT: gleier: gleyerswerck, aardewerk, doch bepaaldelijk in den zin van verglaasd aardewerk. Vanwaar het woord komt, is niet met zekerheid bekend.

    < Fr. glaise (argile plastique employée pour l’ébauche de sculptures) < lat. glisomarga (Plinius): mergelklei

    zie ook gleizen, gleier

    Zo’n ouwe waterpot vind je nog in een winkel van gleierwerk.

    “Schotels, taljooren, soep-trinen … van gleierwerk”, De Bo (1873)."

    Regio Scheldeland
    Bewerking door de Bon op 12 Jan 2018 17:19
    2 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.