Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    koekendoos
    (de ~ (v.), -zen)

    klein autootje
    zie knolselderke

    Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands

    Fiat

    Ik ben niet rijk genoeg om een grote auto te kopen, zo’n klein koekedozeke is alles wat ik me kan permitteren.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 07 Mar 2018 12:19
    2 reactie(s)

    siroop, iemand ~ aan de mond smeren
    (uitdr.)

    iemand vleien, iemand smouten

    zie ook zeem aan zijn baard strijken, siroop aan de baard smeren

    Van Dale 2014 online: Belgisch-Nederlands
    synoniem: (Nederland) iem. honing om de mond smeren

    Ge moet mij gene siroop aan mijne mond komen smeren, ik weet wat ge nodig hebt. Ge weet, bij mij pakt dat niet.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 07 Mar 2018 12:16
    1 reactie(s)

    tote
    (de ~ (v.), ~n)

    mond, gezicht
    zie ook toot, teut

    Hij is niet op zijn tote gevallen. (hij is niet op zijn mond gevallen: van iemand die het goed kan uitleggen)

    Als hij zijn handen niet kan thuishouden zal ik hem een trek op zijn tote geven. (een slag op zijn gezicht geven)

    ’k zalle subiet ne keer uw tote wat bijwerken. (Ik zal seffens uw gezicht wat bijwerken).

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 07 Mar 2018 12:12
    3 reactie(s)

    zemen
    (ww., zeemde, gezeemd)

    Honing op iets smeren

    WNT:
    In den eigenlijke zin alleen aangetroffen in de woordenboeken, verder uitsluitend figuurlijk.
    Verouderd, maar gewestelijk in Vlaanderen-België nog bewaard.

    zeemen, zeem, zeemzoet, zeemtette, zeem aan zijn baard strijken

    Iemand zijn baard zemen, daar is hij altijd goed in geweest.

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 07 Mar 2018 12:07
    0 reactie(s)

    zeem
    (het ~, de ~ (m.), geen mv.)

    honing

    (1201-1250 ‘ongepijnde honing’) verwant met Grieks haima (bloed), en dan met de betekenis ‘dikkige vloeistof’, volgens anderen verwant met zeel en dan met de betekenis ‘weefsel’

    Woordenboek der Nederlandsche Taal:
    Honig; inz. ter aanduiding van den z.g. maagdenhonig, den honig die reeds vóór het pijnen uit de raten druipt en die als de allerfijnste wordt beschouwd, maar ook gebruikt voor honig in het alg.; beide toep. zijn overigens vaak moeilijk te scheiden; waar honig en zeem samen worden genoemd, duidt dat laatste woord den maagdenhonig aan.
    Vooral gewestelijk in Vlaams-België nog bewaard.

    zie ook de uitdr.: zeem aan zijn baard strijken

    Warme melk met zeem is goed voor je verkoudheid.

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 07 Mar 2018 11:56
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.