Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    voltroppelen
    (ww., troppelde vol, volgetroppeld)

    volproppen, volstouwen
    Ook afgekort: voltroppen, tropte vol, volgetropt.

    WNT: troppelende vol
    Hij schonk ze’ glas troppelende vol, Cornelissen-Vervliet (1903).

    Ze troppelde haar valies maar rap vol, om de taxi niet te missen.

    Ze stak haar valies troppende vol met kleren die ze op de rommelmarkt gaat verkopen.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 09 Jun 2018 16:22
    0 reactie(s)

    zeevarkske
    (het ~, ~s)

    cavia, Guinees biggetje

    (zie ook zeerat, steense rat), vgl. Duits: ‘Meerschwein’

    Caviaklein

    Op de kermis stond vroeger een kraam waar ge kont inzetten op “zeevarkskes” (zeivêrkskes), t.t.z. op de nummer van het hokske waarin het beeske zou verdwijnen als het uit zijn kooike werd gelaten.

    Regio Haspengouw
    Bewerking door de Bon op 09 Jun 2018 16:20
    0 reactie(s)

    zeevarkske
    (het ~, ~s)

    cavia, Guinees biggetje

    (zie ook zeerat, steense rat), vgl. Duits: ‘Meerschwein’

    Caviaklein

    Op de kermis stond vroeger een kraam waar ge kont inzetten op “zeevarkskes” (zeivêrkskes), t.t.z. op de nummer van het hokske waarin het beeske zou verdwijnen als het uit zijn kooike werd gelaten.

    Regio Haspengouw
    Bewerking door de Bon op 09 Jun 2018 16:20
    0 reactie(s)

    zeevarkske
    (het ~, ~s)

    cavia, Guinees biggetje

    (zie ook zeerat, steense rat), vgl. Duits: ‘Meerschwein’

    Caviababy, ongeveer een week oud

    Op de kermis stond vroeger een kraam waar ge kont inzetten op “zeevarkskes” (zeivêrkskes), t.t.z. op de nummer van het hokske waarin het beeske zou verdwijnen als het uit zijn kooike werd gelaten.

    Regio Haspengouw
    Bewerking door de Bon op 09 Jun 2018 16:12
    0 reactie(s)

    tuf
    (de ~, (m.), geen mv. stofnaam)

    speeksel

    Woordenboek der Nederlandsche Taal:
    znw. m. Het zelfst. gebruikte klanknabootsende woord tuf voor het geluid dat men bij spuwen maakt.
    In het antw. -brabantsche en in het gebied van Deventer.
    (Schuermans (1865-1870), V. Schothorst (1904), De Bont (1958)).
    1. Speeksel: Doet er wat tuf aan, Cornelissen-Vervliet (1903)
    2. Het eenmaal spuwen: Veur elken tuf krijgde ’en klets, stoute jongen! Corn.-Vervl. (1906).

    zie ook: moederkeszalf, speek, spiksel

    Als een kind valt, doen we wat ‘tuf’ aan de knie, dan is het rap genezen.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 09 Jun 2018 15:30
    2 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.