Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    kruisbes
    (de ~, (v.), ~sen)

    een soort bes die veel geplant wordt in Vlaanderen: “Ribes uva-crispa L.”

    De kruisbes, in België ook wel stekelbes of stekebees, klapbes, kroesel, knoezel of knoeper genoemd.
    In Vlaanderen is de term stekelbes algemeen gangbaar, de kruisbes vormt dan ook een stekelige struik. (Wikipedia)

    - synoniemen in verschillende regio’s: kroensel, kronsel, knoesel, krunsel, stekelbees, stekerbees, stekebeier

    Klik op de afbeelding
    Gooseberries
    Ribes uva-crispa

    Van de zomer heb ik kruisbessengelei gemaakt.

    Regio Standaard Nederlands
    Bewerking door de Bon op 02 Jul 2018 01:51
    1 reactie(s)

    knoesel
    (de ~ (m.), ~s)

    enkel

    < knoes = kraakbeen;
    knoesel: verkleinwoord van knoest (uitwas)

    West-Vlaanderen: knoezel

    Beatrijs had haar knoesel behoorlijk pijn gedaan door in het keldergat te schieten.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 02 Jul 2018 01:43
    0 reactie(s)

    knoezel
    (zn. v., ~s)

    stekelbes of kruisbes.

    zie kruisbes voor overzicht

    Knoezels plukken doet pijn want de doornen zijn lang en scherp.

    Deze knoezels zijn nog veel te zuur en niet rijp om te eten.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 02 Jul 2018 01:41
    0 reactie(s)

    notarisziekte
    (de ~ (v.), ~s)

    jicht in de volksmond ook ’t pootje genoemd

    zie ook kozijntjes, beestjen, pootjesziekte,

    Klik op de afbeelding
    Podagra
    Een aangetaste linkerteen

    Jicht werd destijds (mogelijks nu nog) voornamelijk vastgesteld bij de heren die zeer bourgondisch leefden.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 02 Jul 2018 01:39
    0 reactie(s)

    kozijntjes
    (zn., dim, mv.)

    ontsteking op de knoezels of de schenen
    jicht, flerecijn, podagra

    Woordenboek der Nederlandsche Taal:
    3. In schertsende uitdrukkingen als de kozijntjes hebben, met de kozijntjes zitten of liggen, van de kozijns bezocht worden, lijden aan podagra (eigenlijk: stekend ongedierte hebben; vergelijk ‘familie hebben’ in denzelfden zin).
    “De heer Peelaert, zegt men, van de kozijntjes (voetjicht) gekwollen riep dikwijls uit: wat vervloekte pijn is dat!” De Bo (1873).

    Etymologisch Woordenboek, Vercoullie (1925): kozijns m. mv. (jicht), uit Frans cousin
    — mug, Middellatijn culicinum, Latijn culex; cf. synoniem de beestjes, wegens een gevoel als van muggesteken.

    zie ook: beestjen, notarisziekte, pootje,

    Podagra

    Hij heeft last van de kozijntjes en kan momenteel moeilijk het huis uit.

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 02 Jul 2018 01:29
    5 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.