Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
iemands positie is wankel
Van Dale 2018: schopstoel
1366, van schoppen wegstoten
1 strafwerktuig waaruit veroordeelden, met de handen op de rug gebonden, omhoog geslingerd werden
thans alleen in de verbinding
uitdrukking op een of de schopstoel zitten
a. geen ogenblik zeker van zijn positie zijn, ieder ogenblik ontslagen kunnen worden
b. geen vast verblijf hebben
Hij zit op een schupstoel. (shopstoel)
1) boekentas, kazak, schoofzak
uw bazas maken: uw boekentas klaarmaken, inladen
2) winkeltas, boodschappentas
< Frans: besace < Lat. bissaccium
1) Nu laten de kinderen hun boeken op school, vroeger hadden wij die thuis en moesten we elke morgend onze bazas nog maken.
2) Ze noemen mij de Juul Kabas
Omda ’k gaan werken met een bazas
Liedje zie hier
(kindertaal) het stoten van het hoofd.
Het is een verwachtingsspelletje, waarbij het voorhoofd van een volwassene zachtjes tegen het voorhoofd van een baby of peuter aantikt. Tijdens de zachte tik wordt vreugdevol geroepen: “toekebol!”. Het kind lacht, en verwacht een herhaling van het spelletje. Dat kan net zolang aangehouden worden tot één van de partijen de interesse in het spelletje verliest. Het lachende gezicht van de volwassene en de veel belovende stem zijn bepalend voor het succes.
vergelijk: knotsenbol, toeken
Toekebol!
(kindertaal) het stoten van het hoofd.
Het is een verwachtingsspelletje, waarbij het voorhoofd van een volwassene zachtjes tegen het voorhoofd van een baby of peuter aantikt. Tijdens de zachte tik wordt vreugdevol geroepen: “toekebol!”. Het kind lacht, en verwacht een herhaling van het spelletje. Dat kan net zolang aangehouden worden tot één van de partijen de interesse in het spelletje verliest. Het lachende gezicht van de volwassene en de veel belovende stem zijn bepalend voor het succes.
vergelijk: knotsenbol, toeken
Toekebol!
piepklein vrouwenhoedje voor zondags, bvb. ook om naar de mis te gaan; komt mogelijk van ‘ridicule’, juist omdat het zo klein is
vergelijk redecuul
De moeder van mijn moeder staat nog op oude foto’s met een rudekuleke op haar hoofd.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.