Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
zakgeld
zie ook zondag
Van Dale: zelfstandig naamwoord • de v/m • g.mv.
< 1791 < Frans prêt (lening, soldij)
BE; spreektaal
4. zakgeld
Karel krijgt al 2 euro pree per week.
“Ik geef mijnen zoon alle Zondagen een frank voor zijne pree” Rutten (1890) (Woordenboek der Nederlandsche Taal)
zakgeld
zie ook zondag
Karel krijgt al 2 euro pree per week.
“Ik geef mijnen zoon alle Zondagen een frank voor zijne pree” Rutten (1890) (Woordenboek der Nederlandsche Taal)
salaris, loon
Woordenboek der Nederlandsche Taal:Modern lemma: pree
znw. vr. Uit frans prêt, dat oudtijds de beteekenis had van ”payement de solde que le roi faisait faire par avance aux soldats enz.” ( …)
- Ik heb mijne maandelijksche pree getrokken, Schuermans (1865-1870).
Van Dale: zelfstandig naamwoord • de v/m • g.mv.
< 1791 < Frans prêt (lening, soldij)
BE; spreektaal
1. verouderd soldij
2. werkloon
•zijn pree trekken
3. verouderd betaaldag
4. zakgeld
zie ook pré
Mijn pree wordt op het einde van de maand uitbetaald.
“Die hele ploeg mag europees meer gaan betekenen, als ge hun prees vergelijkt met het gemiddelde in Belgie.” (9lives.be)
Je bent 100x gelukkiger als je iets doet wat je graag doet en wat minder verdient, dan dat je ne dikke pree krijgt, maar je dan met overdreven stress zit, tegen je zin gaat werken of andere toestanden. (9lives.be)
- recipiënt, groter dan een kopje
- gebruikt om aan de mond te zetten, bol die een drinkbare vloeistof kan inhouden
- de hoeveelheid die zo’n kom bevat
WNT: Kom
Benaming voor vaten in den vorm van een bolsegment van betrekkelijk groote diepte, of in een daarvan niet al te zeer afwijkenden vorm; inzonderheid gebruiksvoorwerpen, in de eerste plaats vaatwerk dienend om er uit te drinken of te eten of gereedgemaakte spijs of drank in op te dienen. In Noord-Nederland is kom als benaming van een voorwerp om uit te drinken thans beperkt tot eenvoudige kringen.
vb. Verder schonk zij voor de tweede maal een potje koffie op, want Triene dronk telkens een kommeken, Courtmans-Berchmans, Gesch. v.d. J. (1864).
zie ook kom koffie
Een kom koffie, een kom melk, zelfs een kom soep,…
Een hele geestige uitdrukking is trekken, ergens op ~ gelijk mijn gat op een kommeke soep.
- recipiënt, groter dan een kopje
- gebruikt om aan de mond te zetten, bol die een drinkbare vloeistof kan inhouden
- de hoeveelheid die zo’n kom bevat
WNT: Kom
Benaming voor vaten in den vorm van een bolsegment van betrekkelijk groote diepte, of in een daarvan niet al te zeer afwijkenden vorm; inzonderheid gebruiksvoorwerpen, in de eerste plaats vaatwerk dienend om er uit te drinken of te eten of gereedgemaakte spijs of drank in op te dienen. In Noord-Nederland is kom als benaming van een voorwerp om uit te drinken thans beperkt tot eenvoudige kringen.
vb. Verder schonk zij voor de tweede maal een potje koffie op, want Triene dronk telkens een kommeken, Courtmans-Berchmans, Gesch. v.d. J. (1864).
zie ook kom koffie
Een kom koffie, een kom melk, zelfs een kom soep,…
Een hele geestige uitdrukking is trekken, ergens op ~ gelijk mijn gat op een kommeke soep.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.