Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    dop
    (zn. m., g.mv.)

    werkloosheidsuitkering;

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: Werkloosheidsuitkeering; ook: instantie die de uitkeeringen aan werkloozen verzorgt; lokaal waar men zijn arbeids- of stempelkaart kan laten afteekenen of afstempelen; abstr. ook: het laten afteekenen of stempelen van zijn arbeids- of stempelkaart.
    - ’k Heb hem tegengekomen aan den dop (= het lokaal waar gedopt wordt), Biekorf (1933).

    Van Dale 2014 online: Belgisch-Nederlands, spreektaal

    herkomst zie doppen

    zie ook: doppen, dop, aan den ~ zijn, doplokaal, dopper, dopgeld, dopkaart, beroepsdopper

    Ik vind helemaal geen werk, ik zit al een jaar aan den dop.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 04 Aug 2018 19:39
    0 reactie(s)

    dop
    (zn. m., g.mv.)

    werkloosheidsuitkering, werkloos zijn

    zie ook: doppen, dop, aan den ~ zijn, doplokaal, dopper, dopgeld, dopkaart, beroepsdopper

    Van Dale 2014 online: Belgisch-Nederlands, spreektaal

    WNT: herkomst zie doppen
    Werkloosheidsuitkeering; ook: instantie die de uitkeeringen aan werkloozen verzorgt; lokaal waar men zijn arbeids- of stempelkaart kan laten afteekenen of afstempelen; abstr. ook: het laten afteekenen of stempelen van zijn arbeids- of stempelkaart.
    - ’k Heb hem tegengekomen aan den dop (= het lokaal waar gedopt wordt), Biekorf (1933).

    Ik vind helemaal geen werk, ik zit al een jaar aan den dop.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 04 Aug 2018 19:36
    0 reactie(s)

    verschot
    (het ~ , geen mv.)

    lumbago ofte spit: acute lage rugpijn, die vaak ontstaat na het optillen van een zware last

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: (Vl.-België) Plotseling optredende pijn met gedeeltelijke machteloosheid in de lendespieren, spit; (med.) lumbago.
    — Ik heb e verschot in mijnen rug, Cornelissen-Vervliet (1903).

    Van Dale BE; spreek­taal spit

    Mijne man heeft mee helpen verhuizen en nu zit hij met het verschot.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 04 Aug 2018 19:30
    0 reactie(s)

    verschot
    (het ~ , geen mv.)

    lumbago ofte spit: acute lage rugpijn, die vaak ontstaat na het optillen van een zware last

    Van Dale BE; spreek­taal spit

    Mijne man heeft mee helpen verhuizen en nu zit hij met het verschot.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 04 Aug 2018 19:25
    0 reactie(s)

    ~age
    (achtervoegsel)

    dit van oorsprong Frans achtervoegsel wordt meestal toegevoegd aan een zelfstandig naamwoord bijv. potage of de stam van een werkwoord bijv. zweerage

    de uitspraak is zeer verschillend en kan zijn /~euzze/; /~uizje/;/oazjie/ enzovoorts

    Reeds opgenomen: kleijage, peeagie, kinderage, potage, begeuze, zweerezze, raweuzze, steuze

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 04 Aug 2018 19:20
    3 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.