Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    uitsmoren
    (ww., smoorde uit, uitgesmoord)

    uitroken

    Het kiekenkot zou uitgesmoord moeten worden zodat alle parasieten dood zen en de kiekens ni meer ziek worden.

    > andere betekenis van uitsmoren

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 30 Aug 2018 15:04
    0 reactie(s)

    uitsmoren
    (ww. smoorde uit, uitgesmoord)

    Op iemands kosten smoren, roken.
    zie ook: afsmoren, uitzuipen

    De Jean heeft me den hele avond uitgesmoord en nu zit ik zonder sigaretten.

    > andere betekenis van uitsmoren

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 30 Aug 2018 15:04
    0 reactie(s)

    uitsmoren
    (ww. smoorde uit, uitgesmoord)

    Op iemands kosten smoren, roken.
    zie ook: afsmoren, uitzuipen

    De Jean heeft me den hele avond uitgesmoord en nu zit ik zonder sigaretten.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 30 Aug 2018 15:03
    0 reactie(s)

    wauwele
    (ww wauwelde, gewauweld)

    Ook wel monkele, vooral in Limburg en ZN gebruikt. In zichzelf praten, mompelen. In SN natuurlijk met uitgang-n.

    Ouwt Zefke Mols, gries en versjlete, wauwelend in zien eige, lup hae der ganze daag door Zitterd rondj / Oud Zefke Mols,in zich zelf pratend, grijs en versleten, liep hij de hele dag door Sittard rond. uit: Zefke Mols, lied van de Limburgse troubadour Jo Erens

    Regio Maasland
    Bewerking door de Bon op 30 Aug 2018 15:02
    0 reactie(s)

    bobijn
    (de ~ (v.), ~en)

    garenklosje voor kantwerk

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: bobijn, babijne:
    Bij het speldewerken (kant maken). Dun staafje, aan het boveneinde en in het midden voorzien van schijfjes waartusschen het garen zit, en van onderen met een verlengstuk, uitloopende in een ovaal bolletje, door welks zwaarte het garen gespannen blijft. Alleen in sommige streken van West-Vlaanderen; elders in Zuid-Nederland blok, bout of klosje geheeten.

    De vingers van de kantwerkster laten de bobijntjes rap van links naar rechts glijden.

    > zie andere betekenis van bobijn

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 30 Aug 2018 14:48
    1 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.