Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
kwak
dim., klakske
een klakske kan ook een klak zijn, zelfs een grote (in WVL althans)
prov. Antwerpen: klod
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Klodder, kwak, klad, smet van slijk of vuil.
Een klakke spog. Klakken spuwen. DE BO (1873)
De klakken modder zitten an dat peerd zen pooten. Ald.
Piet bestelt een portie frieten.
‘Doe er maar nen grote klak mayonnaise bij’ roept hij de dienster na.
andere betekenis van klak
In de diamantstreek noemde men “diamanten snijden” kortweg “snijden”. Snijden is een zogenaamd “verspanende” bewerking waarbij men met behulp van een diamant een andere steen de gewenste vorm geeft. Vroeger gebeurde dat manueel, in de twintigste eeuw had men hiervoor kleine draaibankjes, de zogenaamde “snijmachines” die in een “snijkamer” of “het fabriek” stonden.
Uitspraak in de Kempen voor snijden: “snaan, snee, gesneeje”.
Zie ook slijpen, snijder
Mijn moeder heeft leren snijden thuis in ’t fabriek bij haar oudere zuster, die snee al voor den oorlog en was heel bekwaam.
> andere betekenis van snijden
castreren
ook in Antwerpen
We gaan onze kater laten snijjen, dan is’t gedaan met dagen aan een stuk weg te blijven en te vechten met andere katers.
> andere betekenis van snijden
(verouderd) knippen
afsnijden = afknippen
bijsnijden = bijknippen
De coiffeur heeft uw haar schoon gesneje.
Die schaar is bot, daar kunt ge niet meer met snijen.
> andere betekenis van snijden
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.