Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Berlijnse bol in gefritureerd deeg van buiten gesuikerd en van binnen met confituur gevuld, identiek aan Boule de Berlin, maar na WO I probeerde men het woord Berlijn en alles wat met de Duitse Keizer Willem I in verband werd gebracht te bannen.
Vroeger zag je op het strand heel veel venters boule de l’ysers verkopen.
’s middags
zie ook snoenes, noen
ook in West-VLaanderen
niet gebruikt in Antwerpen
wij eten gerne snoens om 12u
’k zoe da kunnen snoens doen.
’s middags
zie ook snoens, noen
(wordt niet meer gebruikt in Antwerpen)
Snoenes eten we altijd in de refter op school.
Snoenes eten we gewoonlijk ons middagmaal.
middag, van 12 uur tot 13 uur ’s noens
zie ook snoenes
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
Middelnederlands noen en noene, gelijk thans nog in het West-Vlaams.
In de latere taal wordt met noen meer het eigenlijke middaguur bedoeld. In de noordelijke provinciën wordt noen niet meer gebruikt, in de zuidelijke is het nog altijd gewoon (een zeer gebruikelijke vorm is daar noenend: verg. avond, morgend). De middag, eigenlijk het tijdstip van 12 ure, maar in het dagelijksch leven de tijd ongeveer van 12 tot 1 ure, wanneer de voornaamste maaltijd wordt gehouden.
Fakkel der Nederduitsche Taale: is van het latijnse nona, de negende uure. Novem waaruit de v weggelaten is. Dat was de tijd van het Romeinse avondmaal. Het veranderde gebruik heeft daar de noen van gemaakt. Het middagmaal heet dan noenmaal.
(in onbruik in Antwerpen)
Deze noen eten we spineus me stoemp en spek, mmm.
Op de noen horen we altijd het kerkklokske van het begijnhof luiden.
ge kunt ze kussen, ge kunt de(n) boom in,…
Woordenboek der Nederlandsche Taal: zak: (gewestelijk) in Vlaams-België: Je kan mijn zak opblazen e.d., loop heen, je kan me den pot op
Van Dale 2013 online haalt het aan: (volkstaal) ze kunnen mijn zak opblazen (het pijpje hangt er bij)
Jongen, ge kunt mijne zak opblazen! Trekt uwe plan, ik ben ermee weg, janmijnkloten.
Blaast mijne zak op! Ik heb er genoeg van…
Ik ben het hier beu, ze kunnen hier allemaal mijne zak opblazen…
Ge moogt em allemaal eens opblazen se. Ik steek hier gene poot meer uit.
‘Luister.’ ‘Ja, Mijnheer de Puydt. … Alles fout. En het is mijn eigen fout, van niemand anders. … ’Uw grootvader kan mijn zak opblazen,’ zei De Puydt. (uit: Het Verdriet van België)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.