Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Reacties van Grytolle

    achternoen

    Leuk woord^^

    Toegevoegd door Grytolle op 01 Mar 2008 21:19

    parlesanten

    onz. zw. ww. Daarnaast parlesjanten, en soms parlesjanteren (zie Nav. 4, 331). Een woord uit de volkstaal, dat thans in Holland en Vlaanderen gewestelijk nog in gebruik is, en waarvan men aanneemt dat het is afgeleid van den Spaanschen vloek par (por) los santos, bij de heiligen! Dat de nog bekende vorm parlesjanten oudtijds de gewone was, blijkt uit de aanhalingen; het is dus mogelijk dat de vorm parlesanten ontstaan is onder invloed der verklaring die men van het woord geeft.

    ?1. ”Par los santos” zeggen, en vandaar: vloeken en tieren. Vergelijk: sakrementen, diabelen en boegeren (Dl. III, kol. 254), lievemoederen en dergelijke meer.
    De patroon, als ze (de kantoorknechts) de tyd vergissen vraagd; waarze zo lang blyven? Zy dan aan ‘t parlesianten, op de post, en bestelders aan ’t kyven, De brieven wierden zo eerst uitgegeeven, men kost niet geholpen werden, het wasser zo vol, BERNAGIE, Ontr. Kantoorkn. 8. Hoe teeg ik niet aan ’t parlesjanten? Wat maakten ik niet als misbaar? v. focquenbroch 1, 201.
    Hy vloekte, en parlesjante, en raasde als een’ schotsche trommel, Gel. Tweling. 70. En, of Tante Parlesantte Als men aan haar koffer kwam; Uitgekeven, En versteven, Ligt zy, bild. 13, 177 1808.
    +?2. Luid en heftig spreken, redetwisten, veel woorden den hals breken; dikwijls met het bijdenkbeeld van langdurig aanhouden om ten slotte zijn zin te krijgen. Thans ook wel verzwakt tot: praten, zwetsen.
    Ge moet niet parlesanten, ik ga ‘t u niet toestaan, de bo 1873.
    Ze zijn wel ’en uur me’ malkander aan ’t parlesanten geweest, CORN.-VERVL. (zie ook joos 1900-1904).
    — Het was een klucht al die Waalinnetjes … onder en tegen malkander te hooren parlechanten om de praeferentie, v. effen, Spect. 11, 46 1734.
    Doch ’t ging niet als weleer. Daar hielp geen parlesanten; ’t Was troef aan alle kanten, V. MARLE, Rijmel. 61. (Die) na lang parlesanten eene kleine kajuit voor ons beiden bekwam, NOLET DE BR., Reisje in het N. 96. Dat is zoo best, soorte met soorte. Hadde ik moeten trouwen, ’k zou ook myns gelyken gewild hebben; dan en valt er niet te perlesanten, DUVILLERS bij de bo 1851.
    Hoort haar nu parlesanten Gelyk een advocaat! DE POTTER 55. Om op een Vlaamsch feest, ter herdenking van een Vlaamschen Kunstenaar, in ’t Fransch te komen parlesanten, Het Volksbelang v. 3 Aug. 1907, 3 a.
    Lig nu maar niet te parlesjant(er)en: het gebeurt toch niet. poëem WNT
    ?— Vandaar soms ook in ruimere toepassing. Wachten, toeven. B. v. te Brugge.
    Ik haastte mij naar de statie, maar ’k heb daar nog wel een uurken moeten parlasanten eer het convooi aankwam, de bo 1873.
    Afl. Parlesant, (gewestelijk) 1°. iemand die niet ophoudt met praten (”Een verdrietige parlesant”, DE BO 1873); 2°. gezwets, gebabbel (”Met al zijnen parlesant heeft hij die zaak meer kwaad dan goed gedaan”, DE BO 1873)
    parlesanter, in het Land van Waas voor: babbelaar, zwetser (JOOS 1900-1904).
    © 2007 INL. Artikel geschreven in 1915.

    Toegevoegd door Grytolle op 01 Mar 2008 21:07

    bloemekes, de ~ buiten zetten

    AN?

    de bloemetjes buiten zetten
    uitbundig feest vieren

    Toegevoegd door Grytolle op 01 Mar 2008 14:26

    toepe

    znw. vr., mv. -n. Ontleening van ofr. toupe.

    ?In W.- en Z.-O.-Vl. benaming voor een hoofddeksel, hetzij een hoed of muts van een bijzonder model, hetzij een muts in het alg. Verg. top (toep). Blijkens PEE, Dialect-atl. v. W.-Vl. en Fr.-Vl. in den uitersten Z.-O. hoek van W.-Vl. en te Bekegem bepaaldelijk voor: alpinopet.
    Toep (wvl. toupe …), puntige hoed, stevige muts die spits oprijst, de bo 1873.
    Toepe …, fr. barette, bonnet de prêtre, Loquela 14, 47 Ootegem, 1894.
    Toepe … Dichter bij Oudenaarde … tope. Puntvormig hoofddeksel voor mannen. Soms voor slaapmuts, teirl. 1922.
    ?—
    Turksche toep, turksche muts, soort van koperen muts met bellen, die nevens de bomtrom in de muziek geschud wordt, de bo 1873.
    ?— Vervolgens: lichtzinnige vrouw. In dezen zin ook in Ze.-Vl. (althans ten tijde van de eerste aanh.) en in het L. v. Waas, en wel in den vorm toep (m.!).

    Toegevoegd door Grytolle op 01 Mar 2008 12:57

    blok

    Maak die verandering maar

    Toegevoegd door Grytolle op 29 Feb 2008 14:05

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.