Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door Georges Grootjans

    plastiek
    (de ~ (m.), geen meerv.)

    kunststof

    vnw: in België vaak voor: plastic

    uitspraak: plastiek

    In Nederland: plastic; uitspraak: plèstik (zie ook Vlaamse uitspraak)

    taaldatabank: “Een plastiek is een beeldhouwwerk. De kunststof heet plastic.”

    zie ook plastieken

    Zeg niet zomaar plastiek tegen Tupperware; het is een totaal ander soort kunststof.

    Bij I.V.I.O. kan u op de recyclageparken terecht met harde plastiek. Door deze gescheiden inzameling kan de harde plastiek afzonderlijk worden gerecycleerd.
    (www.ivio.be › afvalpreventie › sorteerwijzer

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 24 Nov 2024 14:02
    5 reactie(s)

    plantrekker
    (zn. m., ~s)

    iemand die altijd op de een of andere manier zijn plan weet te trekken of het in zijn voordeel weet te regelen

    ook pejoratief bedoeld: iemand die altijd wel op een of andere manier aan zijn verplichtingen onderuit weet te komen.
    (zie voor de tweede betekenis: karottentrekker, carottier)

    vnw:
    •iemand die zich weet te redden, overlever
    •profiteur

    Typisch Vlaams: Belgisch-Nederlandse Standaardtaal; Gangbaarheid: 3; Vlaamsheid: 6

    vnw: iemand die zich weet te redden, overlever

    znwb: Pers. die zich in alle omstandigheden weet te redden; soms bep.: pers. die rustig zijn eigen gang gaat, die op een handige manier alles in zijn voordeel zoekt te regelen enz.: opportunist; – ook in pejor. zin: pers. die langzaam of traag werkt: lijntrekker, dagdief.

    Van Dale 1995: gewestelijk
    Van Dale 2016 online: BE algemeen
    DS2015 standaardtaal

    vgl. plantrekkerij

    Rijden er geen bussen meer na 11 uur ’s avonds? Och, ’t is ne plantrekker, hij zal wel op de een of andere manier thuisgeraken.

    De Jean is ne plantrekker eerste klas: als em een gaatje ziet is em de pist in.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 24 Nov 2024 13:59
    0 reactie(s)

    plantpatat
    (zn. m.; ~ten)

    plantaardappel; pootaardappel

    znwb: plantpatat m. en v., -ten.

    zie ook patat

    Wij gebruiken die doorgeschoten patatten wel hoor, als plantpatatten. (bouwinfo.be)

    Een boer mag plantpatatten kopen en die op zijn grond planten. Bij de oogst mag hij de patatten die hij zelf en zijn gezin kan op opeten “gratis” hebben (seniorennet.be)

    De familie Willems uit de Zavel schonk “plantpatatten” en K&K All 4 You stelt gratis een frietwagen ter beschikking. Zelf groenten kweken. (nieuwsblad.be)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 24 Nov 2024 13:24
    0 reactie(s)

    werk op de plank
    (uitdr.)

    er is nog veel werk voor het doel bereikt is

    vnw: werk aan de winkel

    “De combinatie werk op de plank is standaardtaal in België. Werk aan de winkel is standaardtaal in het hele taalgebied. De betekenis is ‘er is nog veel werk te doen’.” (Team Taaladvies)

    uitdrukkingen: er is/ligt nog veel werk op de plank, heel wat werk …

    zie ook brood, veel ~ op de plank

    “Er ligt inderdaad heel wat werk op de plank bij de Great Old: van de jeugdwerking over de A-ploeg en de trainer tot het stadion.” (gva.be 5 mei 2017) (The Great Old)

    “Macron heeft werk op de plank” ( titel standaard.be 8 mei 2017)

    “Internationale Vrouwendag lang niet voorbijgestreefd. Er is nog werk op de plank” (karinjiroflee.be)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 24 Nov 2024 12:13
    1 reactie(s)

    patat
    (de ~ (m.), -ten)

    aardappel

    ook: petat

    vnw: aardappel

    In Nederland betekent dit friet, maar deze betekenis wordt in België niet gebruikt.

    < Ontleend aan Spaans patata, dat ontstaan is uit een vermenging van batata ‘zoete aardappel’ en papa ‘witte aardappel’, een leenwoord uit het Quechua, de Indiaanse taal van het rijk der Inca’s in de Andes. Spaans batata is ontleend aan een der Indiaanse talen van het Caraïbisch gebied, wrsch. het Taino, een Arawakse taal die gesproken werd op de Bahama-eilanden, de grote Antillen (waaronder Cuba en Hispaniola) en een aantal van de kleine Antillen. (M. Philippa)

    synoniemen: erappel, erpel, iërappel, jalper, patatter, petatjes, petet, taat
    variant in Antwerpen: pataat, petat en petaat

    samenstellingen: patattenstoemp, patattenboer, plantpatat enz.

    uitdrukkingen met patat:
    patat, zo zat als een ~,
    patatten afgieten,
    soep, tussen de ~ en de patatten,
    patatten, het zout op de ~ niet verdienen,
    in de patatten rijden,
    boeren, de domste ~ hebben de dikste patatten,
    patatten, nog niet aan de nieuwe ~ zijn,
    viva bomma, patatten met saucissen

    Kartoffeln Markt

    zie ook verzamellemma groenten en fruit

    Droge patatten zonder saus smaken niet.

    “Rooi kool met petatten!” (knack.be)

    > andere betekenis van patat

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 24 Nov 2024 06:46
    1 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.