Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
een erg verlegen iemand
Ja, ’t is echt ne verlegen scheet die kleine. Als er vreemden in huis komen kruipt em achter de rokken van zijn moeder.
Hoe is ’t? Hoe gaat het?
Een begroetingsvorm die naar ik schat het laatste decennium populair en veralgemeend geworden is.
Wordt vaak beantwoord met çavakkes, wat zo iets moet betekenen als ’t gaat wel
- Ha de Jean se. En, ça va?
- çavakkes, behalve dat mijn vrouw het afgebold is, mijnen hond overreden, ik mijne C4 gekregen heb en mijnen auto perte totale is. Om kort te gaan: het enige positieve is mijn HIV-test bij de dokter. Maar voor de rest alles OK.
taalkundig verbasteren, verfransen, …
VD95 (Belg)
uit wikipedia:
Verbeulemansing betekent het taalkundig verknoeien of verbasteren van bepaalde woorden of uitdrukkingen door deze te vervangen door woorden van de heersende elite. De term wordt veel gebruikt in relatie met Brussel maar kan ook algemeen gebruikt worden.
Het woord is ontstaan naar aanleiding van het populaire en verfilmde Franstalige toneelstuk Le Mariage de Mademoiselle Beulemans (Nederlands: Het Trouwfeest van Juffrouw Beulemans of Brussels: De Traaifiest van Mademoiselle Beulemans), geschreven door Frantz Fonson en Fernand Wicheler in 1910, dat een portret schetst van de Brusselse Franstalige burgerijbevolking met haar eigen taaltje.
In 1917 gebruikte de schrijfster Virginie Loveling het woord reeds in haar dagboek, waar ze de verbeulemansing van de stad Gent aanklaagt.
Tegenwoordig hoort ge vaak Ça va? in plaats van Hoe is’t?
- En, ça va?
- Jaja. Çavakkes.
Moeten we dat als een verbeulemansing van het Vlaams beschouwen?
taalkundig verbasteren, verfransen, …
VD95 (Belg)
uit wikipedia:
Verbeulemansing betekent het taalkundig verknoeien of verbasteren van bepaalde woorden of uitdrukkingen door deze te vervangen door woorden van de heersende elite. De term wordt veel gebruikt in relatie met Brussel maar kan ook algemeen gebruikt worden.
Het woord is ontstaan naar aanleiding van het populaire en verfilmde Franstalige toneelstuk Le Mariage de Mademoiselle Beulemans (Nederlands: Het Trouwfeest van Juffrouw Beulemans of Brussels: De Traaifiest van Mademoiselle Beulemans), geschreven door Frantz Fonson en Fernand Wicheler in 1910, dat een portret schetst van de Brusselse Franstalige burgerijbevolking met haar eigen taaltje.
In 1917 gebruikte de schrijfster Virginie Loveling het woord reeds in haar dagboek, waar ze de verbeulemansing van de stad Gent aanklaagt.
Tegenwoordig hoort ge vaak Ça va? in plaats van Hoe is’t?
- En, ça va?
- Jaja. Çavakkes.
Moeten we dat als een verbeulemansing van het Vlaams beschouwen?
Hoe is ’t? Hoe gaat het?
Een begroetingsvorm die naar ik schat het laatste decennium populair en veralgemeend geworden is.
Wordt vaak beantwoord met:
çavakkes wat zo iets moet betekenen als ’t gaat wel
- Ha de Jean se. En, ça va?
- çavakkes, behalve dat mijn vrouw het afgebold is, mijnen hond overreden, ik mijne C4 gekregen heb en mijnen auto perte totale is. Om kort te gaan: het enige positieve is mijn HIV-test bij de dokter. Maar voor de rest alles OK.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.