Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door Georges Grootjans

    vuissegesledder
    (zn. m. mv.-s)

    kikkerdril, vuisseklidder

    Er lag veel vuissegesledder op de gracht.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door Georges Grootjans op 24 Feb 2013 12:36
    0 reactie(s)

    doorspartelen
    (ww. spartelde door, is/heeft doorgesparteld)

    zo goed en zo kwaad het gaat ergens doorheen komen

    VD2013 online: Belgisch-Nederlands, algemeen

    Pauline heeft in haar leven moeilijke periodes gekend, maar ze is er altijd doorgesparteld.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 24 Feb 2013 12:21
    3 reactie(s)

    pint
    (zn. v., ~en)

    SN: VD2013 online: glas pils

    VL toch meer specifiek toegepast:

    1) een glas pils (meestal 1/4 l = 25cl of 1/3 l = 33 cl, resp. een klein of een grote pint)
    2) het bierglas
    3) een al dan niet alcoholische drank (event. op café):
    - Een pint zou me nu wel smaken.
    - Gaan we in den Engel een pint drinken? (die pint kan dan gelijk wel bier of andere drank zijn)
    - Hij heeft precies wat teveel pinten gedronken. (zat zijn)

    zie ook pintje

    Een goeie cafébaas weet hoe hij zijn pinten moet tappen. (1)

    Een goeie cafébaas weet hoe hij zijn pinten moet spoelen. (2)

    Er is een actie bij Jupiler: Bij een bak krijgt ge gratis een pint. (2)

    Zijt ge gisteren weer pinten gaan drinken? (3)

    Die saus lengt ge vervolgens aan met een pint water. (2)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 24 Feb 2013 11:49
    9 reactie(s)

    pint
    (zn. v., ~en)

    SN: VD2013 online: glas pils

    VL toch meer specifiek toegepast:

    1) een glas pils (meestal 1/4 l = 25cl of 1/3 l = 33 cl, resp. een klein of een grote pint)
    2) het bierglas
    3) een al dan niet alcoholische drank (event. op café):
    - Een pint zou me nu wel smaken.
    - Gaan we in den Engel een pint drinken? (die pint kan dan gelijk wel bier of andere drank zijn)
    - Hij heeft precies wat teveel pinten gedronken. (zat zijn)

    zie ook pintje

    Een goeie cafébaas weet hoe hij zijn pinten moet tappen. (1)

    Een goeie cafébaas weet hoe hij zijn pinten moet spoelen. (2)

    Er is een actie bij Jupiler: Bij een bak krijgt ge gratis een pint. (2)

    Zijt ge gisteren weer pinten gaan drinken? (3)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 24 Feb 2013 11:35
    9 reactie(s)

    strijk
    (bw.)

    strijk zijn, gaan, liggen, …: van de plank gaan of zijn; letterlijk of figuurlijk onderuit gaan, zijn, liggen

    SN (N-NL?) zou zijn (VD2013 online): gestrekt gaan

    strike is dan angl. voor gestrekt

    vgl. ook strijk gaan

    Gisteren wat te veel pinten gedronken, vandaag strijk in mijne zetel.

    Blog Smetty.be: Maandagmiddag, 12u, Pizza Diabolo eten.
    Diezelfde dag, 17u, voedselvergiftiging en helemaal strijk.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door Georges Grootjans op 24 Feb 2013 11:15
    3 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.