Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
aanspreking (schertsend): persoon die het bont maakt, die iets uitsteekt, kadee, ne schone, …
uitspraak; pattéke
ook eventueel: patee
Dikwijls in de semi-vaste verbinding ‘nogal een patteke’
Gij zijt nogal een pateke, gij. Ik stuur u naar de bakker voor een brood en ge komt met bufstek thuis.
De Jean is nogal een pateke zenne, wat dat em nu weer uitgestoken heeft met zijn Gerda.
Gij se patee, wat doet ge nu weer? De wc-rollen in de ijskast?
aanspreking (schertsend): persoon die het bont maakt, die iets uitsteekt, kadee, ne schone, …
uitspraak; pattéke
Gij zijt nogal een pateke, gij. Ik stuur u naar de bakker voor een brood en ge komt met bufstek thuis.
De Jean is nogal een pateke zenne, wat dat em nu weer uitgestoken heeft met zijn Gerda.
als leerkracht (van kleuter tot universitair)in het onderwijs werken
niet in VD2013
googel2013 “ik sta in het onderwijs” .BE (>70.000) ; .NL (>9.000)
Die staat in ’t onderwijs, die heeft verlof genoeg.
Om in ’t onderwijs te staan is deze dagen niet zo simpel.
stem, klep, waffel
/kwèè.ek/
klanknabootsend (> kwaken? )
Ge zou beter uw kweek houden. Dan moet ge achteraf geen spijt hebben van wat ge gezegd hebt.
Amai als die zijn kweek opentrekt…
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.