Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
ook geschreven als ‘zatte klap’, dronkemanspraat, zattemansklap
lijkt een variatie van zotteklap
Die zatte klap kan ik ergens nog plaatsen. Al ben ik ook al veel zat geweest, en dan ben ik ook geen racist. (Nieuwsblad)
Dit is het artikel dat Vooruit-voorzitter Conner Rousseau liet tegenhouden … Die zatte klap over de bruinen horen ze elke dag 20 (Reddit)
Pick-up lines en zatteklap op de dansvloer. Ik wil rond je nek hangen, ik ben jaloers op je halssnoer. Het vrouwelijk schoon hebbe, hebbe, hebbe. Komaan gewoon … (TOXX -ABN)
vnw: ruil, wisseling
Groot Woordenboek der Nederlandse Taal: v. (-en), (Zuidn.) ruil: hij gaf zijn hoed in mangeling voor de jas.
verouderd?
zie ook mangelen
Z’ hadden hem nu geern al hun schone kleren gegeven in mangeling voor de kostbaarheid die hij zo weigerig in de hand hield (De taal van Stijn Streuvels – dbnl.org)
Geenen afstand, ruyling of mangeling, geene byvoeging van grondgebied kan plaets hebben, ten zy uyt krachte eener wet. (belgischegrondwet.be/oorspronkelijke-grondwet-1831)
ruilen, omruilen, verwisselen
Middelnederlandsch Woordenboek:
oorsprong: oud Germaans dialect: mang: vermengd
Handel drijven, ook ruilhandel drijven: Coopen, vercoopen ende mangelen met ons ondersaten alrehande goeden, (a. 1507).
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
Kiliaan (1588): mangheren naast manghelen in den zin van ruilen.
1. Gewoon is in de latere taal de betekenis ruilen.
‘(Hij) heeft haestelijck met hem ghemangelt van kleederen, ende … hem laeten ontsnappen’ À Castro (1686)
> Thans nog gewestelijk, b.v. in Brabant, in Zeeland, in Vlaanderen.
‘Gij hèt e schoon mes: wilde mangelen tegen ’t mijn?’ (Cornelissen-Vervliet)
2. Bepaaldelijk: ruilen in den handel; het voorwerp is wat men in ruil geeft of krijgt (niet altijd scherp te onderscheiden van de bet. 1), ruilhandel drijven
Van Dale 1995: gewestelijk
zie ook.: vermangelen; mangeling
Ook in het Hageland
< zie andere definitie van mangelen
Wilt ge niet mangelen?
Dubbele stickers kunt ge mangelen tegen stickers die ge nog tekort komt.
ruilen, omruilen, verwisselen
Middelnederlandsch Woordenboek:
oorsprong: oud Germaans dialect: mang: vermengd
Handel drijven, ook ruilhandel drijven: Coopen, vercoopen ende mangelen met ons ondersaten alrehande goeden, (a. 1507).
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
Kiliaan (1588): mangheren naast manghelen in den zin van ruilen.
1. Gewoon is in de latere taal de betekenis ruilen.
‘(Hij) heeft haestelijck met hem ghemangelt van kleederen, ende … hem laeten ontsnappen’ À Castro (1686)
> Thans nog gewestelijk, b.v. in Brabant, in Zeeland, in Vlaanderen.
‘Gij hèt e schoon mes: wilde mangelen tegen ’t mijn?’ (Cornelissen-Vervliet)
2. Bepaaldelijk: ruilen in den handel; het voorwerp is wat men in ruil geeft of krijgt (niet altijd scherp te onderscheiden van de bet. 1), ruilhandel drijven
Van Dale 1995: gewestelijk
zie ook.: vermangelen
Ook in het Hageland
< zie andere definitie van mangelen
Wilt ge niet mangelen?
Dubbele stickers kunt ge mangelen tegen stickers die ge nog tekort komt.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.