Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door Georges Grootjans

    steenweg
    (de (m.), mv: ~en)

    doorgaande weg
    NL: straatweg

    Meest Belgische aller wegen. Rechte verharde verbindingswegen oorspronkelijk stammend uit de 18e eeuw. Al dan niet afgezoomd met lintbebouwing. Sommige zijn omgebouwd tot secundaire weg, andere tot hoofdweg. Ze gaan vaak door de bebouwde kom.

    vnw: verharde geplaveide straatweg, grote verkeersweg

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: Steenweg: nog thans in Vlaamsch België het gewone woord voor: straatweg.
    Op eenen schoonen zomerdag van het jaar 1846 rolde de oude postwagen van Antwerpen op Turnhout volgens gewoonte over den steenweg, Conscience (ed. 1867)

    Van Dale 2018 online: BE, gro­te door­gangs­weg (vaak in straat­na­men)
    DS2015 standaardtaal

    Zie ook: steenweg, de grote ~ en warme landen, de ~

    De Steenweg op Luik is de vrijwel kaarsrechte en verharde verbindingsweg tussen de steden `s-Hertogenbosch en Luik die is aangelegd in de 18e eeuw. (wikipedia)

    Scanderende Chirojeugd op tocht: ‘Macadam… macadam… macadamdamdamdam… steenweg…steenweg…’

    Ook op een mooie zomerdag, in september weliswaar, maar op een met airco gekoelde redactie in een kleurloos gebouw ergens langs een typische Vlaamse steenweg. (demorgen.be)

    Vandaag werd tijdens het congres ‘Baanbrekend winkelen’ een actieprogramma voorgesteld om de overrompeling van winkels langs steenwegen te stoppen. (vrt.be)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 15 Apr 2025 06:55
    6 reactie(s)

    steenput
    (zn. m.; ~ten)

    gemetselde waterput

    vnw: gemetselde (water)put, welput

    znwb: Met metselwerk beklede waterput, welput.

    gwnt: (Zuidn.) met metselwerk beklede waterput

    Een steenput of bronput kan in principe nooit overlopen, het peil kan maximaal het peil van het grondwater zijn. (bouwinfo.be)

    Hallo, heeft er iemand een idee hoe je een steenput kunt lokaliseren die onder een terras ligt? (ecobouwers.be)

    Als je een steenput of boorput hebt, maar je bent niet aangesloten op de drinkwaterleiding, kan je bij de Watergroep een aanvraag tot aansluiting indienen (zwevegem.be)

    Op een gemeenteraadszitting in mei 1894 beslisten de gemeenteraadsleden dat er voor het gemeentehuis een “steenput” zou worden geplaatst. (nieuwsblad.be)

    Volgend jaar plant Dieter de opstart van een microbrouwerij. “Er is hier een steenput met drinkbaar water. Daarmee willen we ons gerstenat brouwen.” (hln.be)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 15 Apr 2025 06:54
    0 reactie(s)

    steenkapper
    (de~, m., ~s)

    steenbewerker

    vnw: steenhouwer

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: Steen, steenkapper: in Z.-Nederl. voor: steenhouwer
    Van Dale 2018 online: BE steen­hou­wer

    zie ook steenkapperij

    Sculpture in Antwerpen

    De Chinese steenkapper heeft de Maagd Maria met spleetogen uitgebeeld.

    Tijdens de bouw van de Onze Lieve Vrouwkathedraal van Antwerpen, gaf bouwmeester Pieter Appelmans onderricht aan de steenkappers.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 15 Apr 2025 06:46
    0 reactie(s)

    steenezel
    (de ~ (m.), ~s)

    koppigaard, keikop

    vnw: (fig.) domoor, dom en koppig persoon

    Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands, spreektaal

    Prov. Antw.: ne /stienezel/ ook /steinezel/
    zie: steenezel, zo koppig zijn gelijk ne ~

    Het is ne loempe steenezel

    Chris en Wendy van ‘t Gerecht in Turnhout zitten nog in de race voor het tv-programma ’Mijn Restaurant’ en die race wordt vermoeiend. Bij een interviewafspraak stuurt Chris zijn kat, want hij is voetballen en Wendy noemt hem een “koppige steenezel”. HBVL 260509)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 15 Apr 2025 06:45
    0 reactie(s)

    steendood
    (bn., bw.)

    1) uitermate moe, moedeloos, kapot, pompaf

    2) morsdood: Van Dale 2018 BE; in­for­meel

    vnw: morsdood

    uitdrukkingen:
    - Zich steendood vervelen: “Help, ik verveel me steendood op mijn werk” (demorgen.be 25 mei 2016)
    - Dat is voor steendood te vallen: “Morgen gaan we naar de falls. Het is hier wel 39°C, en hoge vochtigheid. Om steendood te vallen.” (wijwarenweg.blogspot.com 14 feb. 2008)

    zie ook keidood, stikdood

    1. Heel de dag in het stad liggen rondzeulen, steendood ben ik!

    2. “Hij viel steendood” Cornelissen-Vervliet (1899)
    “Hij is van den toren steendood gevallen” De Bo (1873).
    “Vooraleer hij den gewijden grond had verlaten, viel hij steendood op het gras” Conscience (1869).

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 15 Apr 2025 06:44
    2 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.