Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
tlijkt mij onwaarschijnlijk da boike niks me baai te maken heeft…
is duimen ni eerder uwen duim opsteke (zoals bij de gladiatoren) ipv uwen duim vastpakken?
haa, kzie da het lemma al veel is aangepast tussen de en den, als brabander zou ik zeggen DE goeien appel, nog nooit DEN gehoord maar blijkbaar doen de westvlamingen daar wel aan? (flipper)
grytolle, ik snap wel uw tendens om overal, ook waar het ni gezegd wordt, deN en neN te schrijven… onuitgesproken klanken zouden eigelijk niet geschreven moeten worden, want die schrijft ge alleen maar omdat die òòit wel bestaan hebben…
þan kunnum wîz e b nô gô d ô withar ûzgermaniskô biginnan tô skrî-b-anjai… than sî d jûz tô þaimz minnistôm sikarêz þat jûz allans klankôz mi d ô ha b ai d …
vroeg me ook af, is dit met een normale Antwerpse aa, zoals in “ze zoagen hun moaten”, of met de lange a (ae) van Aentwaerpe en waerke (werken)?
De spelling suggereert in ieder geval de eerste, gewone lange aa/oa, maar om een of andere reden vermoed ik dat t misschien de tweede is…
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.