Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Ik treed bobonneke bij, ’t is EEN vuilkar ni ne vuilkar… tsss ;)
Ja; al viel et mij op in TIS&L: Brussels die bij google books te lezen is, dat het enkelvoud vrouwelijk “zij” ook “zeu/zui” schijnt te luiden. Behriepe die kan!
Ja ok maar dan kan ik ook “moake” gaan invoeren omdat dat in het AN als “mààke(n)” wordt uitgesproken.
Het woord ‘clown’ wordt hier (regio Antwerpen) trouwens ook min of meer als ‘kloon’ uitgesproken.
Hmm ik wou u gaan vragen: ‘bron’? omda ’k het ni geloofde, en dan denderend met een citaat uit de RND aankomen.
Maar ik moet toegeven dat ge gelijk hebt – ik heb daar efkes gepiept en in Brussel zeggen ze idd. wijle, gijle en zeule.
Behalve zegsman 3 (uit de Marollen en volgens de tekst “platter”), die zegt wel zijle.
Het is ook wel logisch – in Antw. is het “hun”, (hunnen auto, ik zien hun); dus ‘zun’
In Brussel is het “heule”: heulen auto, ik zien (h)eule dus zeule.
Ook in Etterbeek, Elsene, Schaarbeek, Ukkel, Watermaal-Bosvoorde, Vorst, St-Agatha-Berchem, Ganshoren; de rest van ‘Brussel’ (en omliggende dorpkes) heeft ‘gewoon’ zaaile/zijle.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.