Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent

    Recente wijzigingen

    De onderstaande definities zijn de laatst gewijzigde definities van Vlaamse termen in ons woordenboek. Deze lijst is ook beschikbaar als RSS Feed RSS

    #94901

    losschetteren
    (ww., schetterde los, losgeschetterd)

    1) fel schreeuwen, vb. van een kleur dat de overhand neemt en eruitspringt
    2) losbarsten, vb van geluiden

    WNT:
    zie timmermans, Pallieter: Het was overal een bonte verschilligheid van bruin en groen, waartusschen hier en daar het felle geel der rapenbloemplekken geweldig kwam losschetteren.

    1) Het gele in dat abstract schilderij schettert los tussen het groene en het blauwe.

    2) Het getoeter van de wagenstoet met het bruidspaar en familie schetterde ineens los

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door fansy op 23 Oct 2014 02:21
    0 reactie(s)

    #94902

    duidistel
    (de ~ (m.), ~s)

    een zachtere distel variant, met lichter gekleurde bladeren en mindere harde stekels

    nederlandse naam: “gewone melkdistel”; botanische naam “Sonchus oleraceus”

    Het werd tijd dat hij zijn tuin een beetje opkuiste (opkuisen), die stond vol met duidistels en deze stonden bijna in zaad.

    Regio Leiestreek
    Bewerking door fansy op 23 Oct 2014 01:51
    3 reactie(s)

    #94903

    bruëken
    (bruëken, ~te, ge~t zw.ww.)

    - keihard werken, zwoegen
    - wringen, breken, kapot doen

    zelfstandig naamwoord: gebruëk
    zie ook bruëker, losbruëken

    Ik probeerde die beton open te breken met de pioche, maar na een uur bruëken en wroeten had ik door dat ik iets anders moest verzinnen.

    Bruëkt dat niet kapot.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door fansy op 23 Oct 2014 01:45
    0 reactie(s)

    #94904

    losbraken
    (ww., braakte los, losgebraakt)

    loswringen, losbreken
    vgl ook bruëken

    Kempen: losbruëken

    WNT:
    Losbraken (I) (A, 1))), losbreken. In ‘t Antw.
    - Den dief is losgebraakt, corn.-vervl.
    - Maakt de, koei goe’ vast, da’ ze nie’ los en braakt, Ald.

    Pas op! Den hond is losgebraakt.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door fansy op 23 Oct 2014 01:41
    0 reactie(s)

    #94905

    losbruëken
    (ww., bruëkte los, losgebruëkt)

    zie losbraken, bruëken, bruëker

    Hij heeft zijn eigen (eigen, zijn ~) uit die knelgreep losgebruëkt.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door fansy op 23 Oct 2014 01:41
    0 reactie(s)

    #94906

    losbruëken
    (ww., bruëkte los, losgebruëkt)

    zie losbraken

    Hij heeft zijn eigen (eigen, zijn ~) uit die knelgreep losgebruëkt.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door fansy op 23 Oct 2014 01:40
    0 reactie(s)

    #94907

    losbraken
    (ww., braakte los, losgebraakt)

    loswringen, losbreken
    vgl ook bruëken

    Kempen: losbruëken

    WNT:
    Losbraken (I) (A, 1))), losbreken. In ‘t Antw.
    - Den dief is losgebraakt, corn.-vervl.
    - Maakt de, koei goe’ vast, da’ ze nie’ los en braakt, Ald.

    Pas op! Den hond is losgebraakt.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 23 Oct 2014 01:39
    0 reactie(s)

    #94908

    lossendoor
    (bw)

    doorheen, los en door

    Hij is met zijne brommer lossendoor de garage gereden.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 23 Oct 2014 01:32
    0 reactie(s)

    #94909

    lossendoor
    (bw)

    doorheen, los er door

    Hij is met zijne brommer lossendoor de garage gereden.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 23 Oct 2014 01:32
    0 reactie(s)

    #94910

    losloteren
    (ww. loterde los, losgeloterd)

    door heen en weer te bewegen los maken
    zie ook loteren

    WNT:
    Losloteren, Loslutteren, in ’t Brab., resp. ’t Westvl. hetzelfde als losleuteren.
    Een boompje loslutteren (de wortels los maken met ’t boompje weg en weder te bewegen), de bo 1892.

    Die paal krijgt ge zo niet uit de grond getrokken, die zult ge eerst moeten losloteren.

    Als ge dat melktandje een beetje loslotert, dan valt dat sebiet uit.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 23 Oct 2014 01:30
    0 reactie(s)

    #94911

    losloteren
    (ww. loterde los, losgeloterd)

    door heen en weer te bewegen los maken

    WNT:
    Losloteren, Loslutteren, in ’t Brab., resp. ’t Westvl. hetzelfde als losleuteren.
    Een boompje loslutteren (de wortels los maken met ’t boompje weg en weder te bewegen), de bo 1892.

    Die paal krijgt ge zo niet uit de grond getrokken, die zult ge eerst moeten losloteren.

    Als ge dat melktandje een beetje loslotert, dan valt dat sebiet uit.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 23 Oct 2014 01:29
    0 reactie(s)

    #94912

    loteren
    (ww. loterde, heeft geloterd)

    rammelen, schudden
    zie ook: hodderen, losloteren

    Doe iets aan die deur, ze lotert.
    Gaat ge mee pieten loteren om te gaan vissen?

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 23 Oct 2014 01:27
    3 reactie(s)

    #94913

    loes
    (de ~ (v.), -zen)

    vrouwenborst, tet

    VD2013 online: toegevoegd in 2007, eufemistisch: borsten

    WNT: loes
    — loeze —, znw.
    In Oost-Vl.: vrouweborst
    in Antw.: zuigdotje, speen
    In ’t Land van Waas gebruikt men in denzelfden zin loet, in ’t Z. der Kempen lots
    in Z.-Limb. en aangrenzende streken loetsj.

    Afl. Loezen, aan een dot zabberen
    in ’t Z. der Kempen: lotsen, zuigen.

    vgl. lots, loetsje

    Kijk es naar die vrouw daar, die heeft mooie loezen, amai!

    Grote loezen zijn zeer sexy. (dsa, 11 okt 2011)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 23 Oct 2014 01:10
    2 reactie(s)

    #94914

    loes
    (de ~ (v.), -zen)

    vrouwenborst

    WNT: loes
    — loeze —, znw.
    In Oost-Vl.: vrouweborst
    in Antw.: zuigdotje, speen
    In ’t Land van Waas gebruikt men in denzelfden zin loet, in ’t Z. der Kempen lots
    in Z.-Limb. en aangrenzende streken loetsj.

    Afl. Loezen, aan een dot zabberen
    in ’t Z. der Kempen: lotsen, zuigen.

    vgl. lots, loetsje

    Kijk es naar die vrouw daar, die heeft mooie loezen, amai!

    Grote loezen zijn zeer sexy. (dsa, 11 okt 2011)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 23 Oct 2014 01:08
    2 reactie(s)

    #94915

    los
    (bn.)

    niet gesloten (een deur, slot, …)

    VD2013 online: Belgisch-Nederlands

    VMNW: Oudste attestatie: Tongeren, ?Limburg, 1277
    MNW: Mnd. ndd. los (loss)
    Om dit te maken los, so dede den coninc houwen den bos optie zee, Velth. III, 33, 47, Brabant, 1317-1325.

    Toen ik vanmorgend aankwam was de deur los. Wie heeft er gisterenavond afgesloten?

    Als ge in een studentenstad uwe fiets los tegen de gevel zet, is em na tien minuten gegarandeerd weg.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 23 Oct 2014 00:54
    0 reactie(s)

    #94916

    los
    (zn. m.)

    onverharde landweg tussen de velden en/of weides
    Vermoedelijk een relatie met het juridisch gebruikte ‘losweg’

    WNT:
    Weg of pad waarlangs men van een niet aan den openbaren weg gelegen stuk land op dezen kan komen, uitweg. In Vlaand.
    - Ook voor een uitloop, afvoer, van water (Loquela (Wdb.) 1907).
    Samenst. Landlos (de bo 1873)

    Dat is ne schone (schoon) los om op te galopperen.

    Regio Vlaamse Ardennen
    Bewerking door fansy op 23 Oct 2014 00:48
    0 reactie(s)

    #94917

    los
    (de ~ (m.))

    een uitgang, meestal van een stuk landbouwgrond
    zie mennegat

    WNT:
    Weg of pad waarlangs men van een niet aan den openbaren weg gelegen stuk land op dezen kan komen, uitweg. In Vlaand.
    - Ook voor een uitloop, afvoer, van water (Loquela (Wdb.) 1907).
    Samenst. Landlos (de bo 1873)

    De boer kwam klagen, hij kon niet op zijn land want er stond een auto op zijn los.

    Regio Leiestreek
    Bewerking door fansy op 23 Oct 2014 00:47
    1 reactie(s)

    #94918

    los
    (de ~ (m.))

    een uitgang, meestal van een stuk landbouwgrond
    zie mennegat

    De boer kwam klagen, hij kon niet op zijn land want er stond een auto op zijn los.

    Regio Leiestreek
    Bewerking door fansy op 23 Oct 2014 00:37
    1 reactie(s)

    #94919

    plankierkaarter
    (de ~, ~s man. zelfstandig naamw.)

    - een gelegenheidskaarter, niet zozeer geliefd op kaartingen
    - een slechte kaartspeler

    Ze waren weer verloren op de kaarting, dat kon niet missen met 2 plankierkaarters.

    Plankierkaarters zijn op zoek naar een man/vrouw voor de oldies quiz in Niel. (muziekquizzen.be)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 23 Oct 2014 00:36
    3 reactie(s)

    #94920

    plankierkaarter
    (de ~, ~s man. zelfstandig naamw.)

    een gelegenheidskaarter, niet zozeer geliefd op kaartingen

    Ze waren weer verloren op de kaarting, dat kon niet missen met 2 plankierkaarters.

    Plankierkaarters zijn op zoek naar een man/vrouw voor de oldies quiz in Niel. (muziekquizzen.be)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 23 Oct 2014 00:35
    3 reactie(s)

    Meer...

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.