Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De onderstaande definities zijn de laatst gewijzigde definities van Vlaamse termen in ons woordenboek.
Deze lijst is ook beschikbaar als RSS Feed
1) fel schreeuwen, vb. van een kleur dat de overhand neemt en eruitspringt
2) losbarsten, vb van geluiden
WNT:
zie timmermans, Pallieter: Het was overal een bonte verschilligheid van bruin en groen, waartusschen hier en daar het felle geel der rapenbloemplekken geweldig kwam losschetteren.
1) Het gele in dat abstract schilderij schettert los tussen het groene en het blauwe.
2) Het getoeter van de wagenstoet met het bruidspaar en familie schetterde ineens los
een zachtere distel variant, met lichter gekleurde bladeren en mindere harde stekels
nederlandse naam: “gewone melkdistel”; botanische naam “Sonchus oleraceus”
Het werd tijd dat hij zijn tuin een beetje opkuiste (opkuisen), die stond vol met duidistels en deze stonden bijna in zaad.
- keihard werken, zwoegen
- wringen, breken, kapot doen
zelfstandig naamwoord: gebruëk
zie ook bruëker, losbruëken
Ik probeerde die beton open te breken met de pioche, maar na een uur bruëken en wroeten had ik door dat ik iets anders moest verzinnen.
Bruëkt dat niet kapot.
loswringen, losbreken
vgl ook bruëken
Kempen: losbruëken
WNT:
Losbraken (I) (A, 1))), losbreken. In ‘t Antw.
- Den dief is losgebraakt, corn.-vervl.
- Maakt de, koei goe’ vast, da’ ze nie’ los en braakt, Ald.
Pas op! Den hond is losgebraakt.
zie losbraken, bruëken, bruëker
Hij heeft zijn eigen (eigen, zijn ~) uit die knelgreep losgebruëkt.
zie losbraken
Hij heeft zijn eigen (eigen, zijn ~) uit die knelgreep losgebruëkt.
loswringen, losbreken
vgl ook bruëken
Kempen: losbruëken
WNT:
Losbraken (I) (A, 1))), losbreken. In ‘t Antw.
- Den dief is losgebraakt, corn.-vervl.
- Maakt de, koei goe’ vast, da’ ze nie’ los en braakt, Ald.
Pas op! Den hond is losgebraakt.
doorheen, los en door
Hij is met zijne brommer lossendoor de garage gereden.
doorheen, los er door
Hij is met zijne brommer lossendoor de garage gereden.
door heen en weer te bewegen los maken
zie ook loteren
WNT:
Losloteren, Loslutteren, in ’t Brab., resp. ’t Westvl. hetzelfde als losleuteren.
Een boompje loslutteren (de wortels los maken met ’t boompje weg en weder te bewegen), de bo 1892.
Die paal krijgt ge zo niet uit de grond getrokken, die zult ge eerst moeten losloteren.
Als ge dat melktandje een beetje loslotert, dan valt dat sebiet uit.
door heen en weer te bewegen los maken
WNT:
Losloteren, Loslutteren, in ’t Brab., resp. ’t Westvl. hetzelfde als losleuteren.
Een boompje loslutteren (de wortels los maken met ’t boompje weg en weder te bewegen), de bo 1892.
Die paal krijgt ge zo niet uit de grond getrokken, die zult ge eerst moeten losloteren.
Als ge dat melktandje een beetje loslotert, dan valt dat sebiet uit.
rammelen, schudden
zie ook: hodderen, losloteren
Doe iets aan die deur, ze lotert.
Gaat ge mee pieten loteren om te gaan vissen?
vrouwenborst, tet
VD2013 online: toegevoegd in 2007, eufemistisch: borsten
WNT: loes
— loeze —, znw.
In Oost-Vl.: vrouweborst
in Antw.: zuigdotje, speen
In ’t Land van Waas gebruikt men in denzelfden zin loet, in ’t Z. der Kempen lots
in Z.-Limb. en aangrenzende streken loetsj.
Afl. Loezen, aan een dot zabberen
in ’t Z. der Kempen: lotsen, zuigen.
Kijk es naar die vrouw daar, die heeft mooie loezen, amai!
Grote loezen zijn zeer sexy. (dsa, 11 okt 2011)
vrouwenborst
WNT: loes
— loeze —, znw.
In Oost-Vl.: vrouweborst
in Antw.: zuigdotje, speen
In ’t Land van Waas gebruikt men in denzelfden zin loet, in ’t Z. der Kempen lots
in Z.-Limb. en aangrenzende streken loetsj.
Afl. Loezen, aan een dot zabberen
in ’t Z. der Kempen: lotsen, zuigen.
Kijk es naar die vrouw daar, die heeft mooie loezen, amai!
Grote loezen zijn zeer sexy. (dsa, 11 okt 2011)
niet gesloten (een deur, slot, …)
VD2013 online: Belgisch-Nederlands
VMNW: Oudste attestatie: Tongeren, ?Limburg, 1277
MNW: Mnd. ndd. los (loss)
Om dit te maken los, so dede den coninc houwen den bos optie zee, Velth. III, 33, 47, Brabant, 1317-1325.
Toen ik vanmorgend aankwam was de deur los. Wie heeft er gisterenavond afgesloten?
Als ge in een studentenstad uwe fiets los tegen de gevel zet, is em na tien minuten gegarandeerd weg.
onverharde landweg tussen de velden en/of weides
Vermoedelijk een relatie met het juridisch gebruikte ‘losweg’
WNT:
Weg of pad waarlangs men van een niet aan den openbaren weg gelegen stuk land op dezen kan komen, uitweg. In Vlaand.
- Ook voor een uitloop, afvoer, van water (Loquela (Wdb.) 1907).
Samenst. Landlos (de bo 1873)
Dat is ne schone (schoon) los om op te galopperen.
een uitgang, meestal van een stuk landbouwgrond
zie mennegat
WNT:
Weg of pad waarlangs men van een niet aan den openbaren weg gelegen stuk land op dezen kan komen, uitweg. In Vlaand.
- Ook voor een uitloop, afvoer, van water (Loquela (Wdb.) 1907).
Samenst. Landlos (de bo 1873)
De boer kwam klagen, hij kon niet op zijn land want er stond een auto op zijn los.
een uitgang, meestal van een stuk landbouwgrond
zie mennegat
De boer kwam klagen, hij kon niet op zijn land want er stond een auto op zijn los.
- een gelegenheidskaarter, niet zozeer geliefd op kaartingen
- een slechte kaartspeler
Ze waren weer verloren op de kaarting, dat kon niet missen met 2 plankierkaarters.
Plankierkaarters zijn op zoek naar een man/vrouw voor de oldies quiz in Niel. (muziekquizzen.be)
een gelegenheidskaarter, niet zozeer geliefd op kaartingen
Ze waren weer verloren op de kaarting, dat kon niet missen met 2 plankierkaarters.
Plankierkaarters zijn op zoek naar een man/vrouw voor de oldies quiz in Niel. (muziekquizzen.be)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.