Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De onderstaande definities zijn de laatst gewijzigde definities van Vlaamse termen in ons woordenboek.
Deze lijst is ook beschikbaar als RSS Feed
rammeling
werkwoord: afbieten, inbieten
> eng.: to beat
Hij heeft er goe wa “biet” van gekregen. Hij heeft er een goed pak slaag van gekregen.
Ze hebben hem in een donker straatje afgebieët voor een paar euro.
Gaat ge er nu mee uitscheiden of wilt ge dat ik u sebiet es goe inbiet? Ge kunt kiezen!
rammeling
werkwoord: afbieten, inbieten (to beat?)
Hij heeft er goe wa “biet” van gekregen. Hij heeft er een goed pak slaag van gekregen.
Ze hebben hem in een donker straatje afgebieët voor een paar euro.
Gaat ge er nu mee uitscheiden of wilt ge dat ik u sebiet es goe inbiet? Ge kunt kiezen!
Mouwloos, aan de hals uitgesneden, aansluitend hemd dat wordt gedragen als onderlijfke of als T-shirt.
< Fr. le marcel.
Volgens de legende zou het marcelleke zijn naam te danken hebben aan de bokser Marcel Cerdan. Meer waarschijnlijk is de naam ontstaan in de 19de eeuw wanneer de “Etablissements Marcel” het kledingstuk in serie fabriceerden.
In NL: singlet
In Be: lijfje, lijfrok, ongerliefke
Onder mijne pull heb ik altijd een marcelleke aan.
onderlijfje
zie ook onderlijfke, lijfrok, ongerliefke, marcelleke, lijfrok
de SN betekenis van lijfje is het bovenste deel van elk kledingstuk: bv. het lijfje van een kleed
Ik zweet mijn eigen kapot, mijn lijfke is kletsnat.
Een proper lijfke en een proper onderbroek liggen klaar. Ge kunt u gaan douchen.
onderhemd(lijf) voor mannen
zie ook onderlijfke, lijfje, lijfrok, ongerliefke, marcelleke, lijfrok
Om geen kou te hebben draag je het best een onderhemd onder je trui.
Mouwloos, aan de hals uitgesneden, aansluitend hemd dat wordt gedragen als onderlijfke of als T-shirt.
< Fr. le marcel.
Volgens de legende zou het marcelleke zijn naam te danken hebben aan de bokser Marcel Cerdan. Meer waarschijnlijk is de naam ontstaan in de 19de eeuw wanneer de “Etablissements Marcel” het kledingstuk in serie fabriceerden.
In NL: singlet
In Be: lijfje, lijfrok, ongerliefke, lijfrok
Onder mijne pull heb ik altijd een marcelleke aan.
borstrok, onderhemd
zie ook onderlijfke, lijfje, lijfrok, marcelleke, lijfrok
Mèt de wèntjer moos-te veer weer ongerliefkes aan. Met de winter moesten we weer borstrokjes aan.
onderhemdje
zie ook lijfje, lijfrok, ongerliefke, marcelleke, lijfrok
Ik heb een onderlijfke aan onder mijn hemd.
onderhemd(lijf) voor mannen
zie ook onderlijfke, lijfje
Om geen kou te hebben draag je het best een onderhemd onder je trui.
enorm groot exemplaar
zie ook kastaar, kaljaster, gaillard
Ge moest eens zien wa ne gust ik heb gevangen op de vijver, die karper woog tien kilo dreug aan den haak.
Jeroen Mues in zijn kookprogramma 22/11/10 over gamba’s: “Zo’n gusten!”
groot persoon, ding of dier
zie ook gust, kaljaster, gaillard
Kijk eens wat die visser aan zijn lijn heeft, wat ne kastaar (van ne vis)!
een groot exemplaar, een kanjer, joekel of knoert
vb: een kaljaster van een muggenbeet = een heel grote muggenbeet.
zie ook kastaar, gust, gaillard
Hij heeft daar nogal ne kaljaster van ne karper gevangen!
iets wat buitenmaatse, buitenproportionele, kolossale afmetingen heeft
in gebruik met het voorzetsel ‘van’
uitspraak in Antwerpen: galjaar
< Fr. gaillard, waarschijnlijk van het Gallo-Romaans galia, kracht
zie ook kastaar, gust, kaljaster
Dat trekpaard heeft galjaars van benen. Behaard als ze zijn, geven ze de indruk kolossen te zijn.
rust- en verzorgingstehuis
(wordt niet veel meer gebruikt)
‘De tijden dat senioren in een oud mennekeshuis (sic) gestoken werden in grote zalen is voorbij. Ook rusthuisbewoners zijn gesteld op hun privacy en willen vandaag eenpersoonskamers.’( (Het Nieuwsblad 05/11/2009)
“…de globalisering spreekt engels (sic), en hoe hard je in de vlaanders (sic) nog op je klompen zit te volksdansen: in de 22e eeuw zal de voertaal engels (sic) zijn, maar het vlaams (sic) zal nog wel gesproken worden in oudmennekeshuizen” (De Netels op facebook, 29 juni 2013)
Zo noemt men in de provincie Antwerpen (en misschien ook elders) iemand die afkomstig is uit de provincies “van over ’t water”, uit de Vlaanders dus. Het bijhorend adjectief is eveneens “Vlaanders”. Deze woorden hebben volgens mij geen affectieve bijbetekenis en zijn louter aanduidend.
Mijn nonkel was een Vlaanderaar die tijdens de mobilisatie in het dorp lag en daar mijn tante had leren kennen. Ik verstond nog de helft niet van wat hij zei.
Vlaanders, Vlaanderen
Héla Van Dievel. De spoorwegen zullen in de toekomst wel twee CEO’s vandoen hebben hé. Eene voor de Vlonders en eentje voor de Walen.
Een Vlonder!? Is dat niet een soort aanlegsteiger voor bootjes, bv in de haven van Oostende? Ik zeg maar wat!
Van Dievel Consulting, de redactie.be
namelijk, zeggen, ’t is te ~
In Nederland wordt ‘met name’ overvloedig veel gebruikt (circa in elke zin 5 keer), en betekent altijd ‘in het bijzonder’. In Vlaanderen is ‘met name’ gewoonlijk een nadere specificatie van iets, dus synoniem voor ‘namelijk’.
Hij komt uit een dorpke in de West-Vlaanders, met name Snaaskerke.
Ik zou graag twee verschillende soorten kaas hebben, met name Langres en Grünländer.
benevens, naast
ook in de Vlaanders
Brabant en prov. Antw.: neffe
Dor è nen biënouwer, ginder neeviest da frietkot. Daar is een slager, ginds naast die frituur.
timmerman
West-Vlaanderen: kistenmaker
In Brabantse dialecten is ‘schrijnwerker’ frequenter dan ‘timmerman’ en het omgekeerde geldt in de Vlaanders, ofschoon beide woorden als synoniemen gelden.
Als er een brok uit mijn deurpost valt, moet ik een schrijnwerker contacteren; ik heb met name twee linkerpoten.
- In het algemeen: timmerman.
- Specifiek: kistenmaker (vooral West-Vlaanderen).
In Brabantse dialecten is ‘schrijnwerker’ frequenter dan ‘timmerman’ en het omgekeerde geldt in de Vlaanders, ofschoon beide woorden als synoniemen gelden.
Voor een studie van Magda Devos naar ‘schrijnwerker’ versus ‘timmerman’, zie alhier:
https://fuzzy.arts.kuleuven.be/rewo/Medwvd/wvd12/WVDco122timmerman.htm
Als er een brok uit mijn deurpost valt, moet ik een schrijnwerker contacteren; ik heb met name twee linkerpoten.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.