Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De onderstaande definities zijn de laatst gewijzigde definities van Vlaamse termen in ons woordenboek.
Deze lijst is ook beschikbaar als RSS Feed
(zeemanstaal) dronken, een stuk in zijn kraag hebben
zie synoniemen bij pottoe
We kwoamen on’boord en iedereen had e stuk in zenne zwitser.
zat of stoned zijn
zie synoniemen bij pottoe
“Kem mij gistere wir goe daarm gezeup’n”
“Ik heb mij gisteren weer goed zat gezopen”
stiepelzat
zie ook: petrol, zijn eigen ~ zuipen, pottoe, petrol zijn, meurg
Liliane kan niet verdragen dat hare Roger zijn eigen crimineel zuipt.
zat zijn, dronken
zie synoniemen bij: pottoe
Jongens, zie die zwalpen, dien is goe petrol.
dronken
zie kraag, een stuk in zijn ~
varianten bij pottoe
Hij leeft van het OCMW maar drinkt zich elke dag wel een stuk in zijn voeten.
zat, dronken
in Oostende ook: bananne, mule, zwienedroenke
in Antw.: zo zat als een kanon
zie andere benamingen bij pottoe
Heb je Pol gezien? Hij was were kanong!
Paul was weer ladderzat!
zat, dronken
in Oostende ook: bananne, mule, zwienedroenke
in Antw.: zo zat als een kanon
zie andere benamingen bij pottoe
]
Heb je Pol gezien? Hij was were kanong!
Paul was weer ladderzat!
Een uitdrukking van een staat van zware beschonkenheid.
Vooral populair bij de jeugd van de Antwerpse Kempen
zie ook: pottendarm, zjaak, pottoe, poepeloere, petrol zijn, meurg
“amai, den Bert staat er weer ze, me zijne deirme kop”
“Laat me doen, kzen deirm”
“ej mottige kalle, kzen deirm, gaan we muilen?”
“’t Is ni omdak nen tak op mijne kop heb dak deirm zijn!”
straalbezopen, heel zat
zie ook: deirm, zjaak, pottoe, poepeloere, petrol zijn
De Joris was gistere echt pottendaarm! W’hebben hem nog naar huis mogen dragen.
alleen predicatief: volledig zat
→ Jaak > Fr. Jacques /zjoa:k/
zie ook: deirm, pottendarm, pottoe, poepeloere, petrol zijn, meurg
Ik was gisterenavond echt zo zjaak op da feestje…
1. gaar
2. dronken, synoniemen: deirm, pottendarm, zjaak, pottoe, poepeloere, petrol zijn
andere uitspraak: meurrig, meurreg, murrig, mérf
< murw
WNT:
“Zet de patatten af, ze zijn mörg genoeg.” Corn.-Vervl.
1. Zijn de patatten al meureg?
2. Toen ’m van ’t café kwam, was ’m meureg.
Na een paar keer bergop en bergaf met zijne velo was de Jean zo meurg als iet.
beeldspraak voor “dronkenschap” – in de uitdr.
een stuk in zijn ~ hebben: dronken zijn
zich een stuk in zijn ~ drinken: zich bezatten
zie voeten, een stuk in zijn ~
zie synoniemen bij pottoe
Die drinkt zich elke dag een stuk in zijn kraag.
veel te zat
vgl. honderdduizend, zo zat als ~ man
zie varianten bij pottoe
WNT: Zoo zat als een patat, ten volle dronken, joos (1900-1904) (vandaar ook: patat zijn, dronken zijn, de bo (1873)).
Ik ben zo zat als een patat! Die 5 laatste trappisten waren er te veel aan!
Drie uur na datum kwam em binnen, zo zat als ne patat!
te veel gedronken, bezopen
zie ook: deirm, pottendarm, zjaak, pottoe, petrol zijn, poepzat
Westvlaamsch idioticon: verwant met poerloere:
Een kluchtwoord gebruikt in den zin van Scheel, losch, fr. louche. Poerloere kijken.
Poerloere zijn: Een belemmerd en schemerend gezicht hebbende ten gevolge van den drank, beschonken, dronken.
Zij is weerom al poerloere, fr. en riole. Zij drinkt zich dikwijls poerloere. (Meest gez. van vrouwen.)
- Ook m., vklw. poerloertje, in den zin van Borrel,
jenever. Een glaasje poerloere. Te veel poerloere drinken.
Sa, een poerloertje net, tirelet,
Daer op gezet. (Volksrijmpje.)- Vgl. fr. berlue, dat de Walen berlou en berliou uitspreken.
WNT: poereloere
bnw. en znw.
In West-Vlaanderen voor scheel, ook voor dronken (inzonderheid van vrouwen gezegd), en vervolgens als znw. voor: een borrel, jenever (de bo 1873; de laatste bet. ook vermeld in een aant. v. gezelle).
De Karel was op de trouwfeest poepeloere zat.
Poepeloere was em, niet te doen!
Hèèl dronken, neen… erger, waanzinnig dronken!
Toe, Pot-pot en hemel toe, Pot en hemel dicht, Zo dicht als een huis
zie ook: daarm, deirm, kanong, pottendarm, zjaak, meurg, poepeloere, petrol zijn, pottoe
uitdr. crimineel, zijn eigen ~ zuipen
petrol, zijn eigen ~ zuipen
zat, zo ~ als honderdduizend man
Zwitser, zo zat als een ~
zwitser, een stuk in zijne ~
patat, zo zat als een ~
minder erg: voeten, een stuk in zijn ~
kraag, een stuk in zijn ~
Hij was pottoe.
het haast niet kunnen laten om iets te doen, als het ware gedwongen zijn iets te doen en weten dat het niet mag
Van Dale (gewestelijk):
getiktakt zijn
iets dwangmatig moeten doen, betoverd zijn
in de provincie Antwerpen: beduveld zijn
Ik ben getikketakt om van die pralines te eten, ik ben er precies naartoe getrokken, ik sta nochtans op regime, hoe is dat mogelijk.
Die kinderen zijn getikketakt om aan het water te gaan spelen niettegenstaande moeder het verboden heeft.
sterk geneigd zijn om iets te doen. Wordt meestal gezegd van kinderen en dieren.
West-Vlaanderen: betinteld en getikketakt
“Mijn petekind is beduveld om op mijn bureau te klimmen en ik had (met voorbedachten rade) de deur open gezet en mijn camera in aanslag gehouden met het idee: als hij het aandurft…. En ja dus.” (belgiumdigital.be)
“Als ik in de wasplaats ga, moet ik rap zijn want mijn hondje is beduveld om mee binnen te wippen en dan wil ze spelen in de was he.” (uit een blog)
sterk geneigd zijn om iets te doen. Wordt meestal gezegd van kinderen en dieren.
West-Vlaanderen: betinteld en getittetakt
“Mijn petekind is beduveld om op mijn bureau te klimmen en ik had (met voorbedachten rade) de deur open gezet en mijn camera in aanslag gehouden met het idee: als hij het aandurft…. En ja dus.” (belgiumdigital.be)
“Als ik in de wasplaats ga, moet ik rap zijn want mijn hondje is beduveld om mee binnen te wippen en dan wil ze spelen in de was he.” (uit een blog)
schepnet
ook in Limburg en Vlaams-Brabant
VD2013 online: (gewestelijk)
WNT: Schepzak, schepnet. Gewestelijk in Z.-Ndl. (Tuerl.; Corn.-Vervl.).
De vis zit in de schepzak.
Kleir veu de schepzak en richting geel zijde gij jom zot! (Klaar door de schepzak en richting Geel zijt gij, Antw. Kempen)
zie karuur
Van Dale: carrure
zelfstandig naamwoord; de (v); meervoud: carrures
Frans
(Belgisch-Nederlands, spreektaal) postuur, lichaamsbouw
“Bronnen bij de PS zeggen dat hij een goede kennis heeft van zijn dossiers, maar dat hij de “carrure” mist om het gezicht van Brussel te zijn." (deredactie.be)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.