Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De onderstaande definities zijn de laatst gewijzigde definities van Vlaamse termen in ons woordenboek.
Deze lijst is ook beschikbaar als RSS Feed
duim
zie liereboom, lange
In het dialect klinkt dit als ‘lauzeknoepper’.
middelvinger, middenvinger
ne lange liereboom
In Zuid-Limburg noemt men de vingers: klein pinkske, ringvingerke, lange liereboom, snotwolf en luizenknoeper (in het dialect: klee pinkske, rinkvingerke, lange liereboom, snotwoof en lauzeknoepper)
sprookje
term gebruikt in Berlaar
Sneeuwwitje en de zeven dwergen is een spraukske.
- niet goed behandelen
- bewerken, manipuleren, hanteren
< verhan(d)svollen – Veel in de handen nemen en alzoo schenden of beschadigen
“Pèren verhandsvollen”. (Cornelissen 1899)
- Rommel zo niet in die mand appelen, je gaat ze helemaal verhansvollen.
- “Nog een werk bij, dat kunnen we niet verhandsvollen!” zei de aannemer.
(eigenl.) onbeholpen schaatsen; krabbelen, grabbelen, zwoegen
VD BE; informeel, iteratief van krassen
vnw:
•morsen, kliederen, een smeerboel maken
•krabbelen, spartelen
vgl. rechtkrasselen; opkrasselen
Christophe Smeets ziet Torpedo krasselen en toch winnen (TITEL) (HN 29.10.08)
“Even later krasselde de 61-jarige gewoon terug recht, kroop van de sporen het perron op.” (HLN 01.01.09)
morsen
zie ook sjoefelaar
Hare man is zo vol van zijn eigen dat hij alles kan, met zijne mond; hij sjoefelt meer dan dat hij iets fatsoenlijk maakt.
(vooral in België) door een schuif of luik afgesloten ruimte waarin een baby anoniem te vondeling kan worden gelegd, in de zekerheid dat de baby zal worden gevonden en verzorgd; babyschuif (definitie ANW)
in Nederland, als neologismen: babyluik, vondelingenluik
Het boeleke dat in de vondelingenschuif van Moeders voor Moeders werd gelegd kreeg tijdelijk de naam Pieter De Kleine.
demorgen.be: Kindje meteen na bevalling achtergelaten in Antwerpse vondelingenschuif
verouderd in Nederland
baby, zuigeling
vnw: koosnaam voor baby
Van Dale 2015 online: BE spreektaal
herkomst: de oorspronkelijke betekenis zou zijn “naverwant, geliefde, minnaar, minnares”
zie ook verzamellemma mensen
Dat boeleke ligt daar zo schattig te slapen.
“Proper smoeleke, gezond boeleke”: AZ Klina in Brasschaat wijst op goeie mondhygiëne in strijd tegen vroeggeboortes (vrt.be)
achterdeel, kont, zitvlak, zitwerk, reet , gat , billen, aars, anus, poeper, poepgat, armemensengat
vnw: •achterste, achterwerk, billen, bips
-iemand op zijn poep geven: iemand een pak voor zijn billen geven
DS2015 geen standaardtaal
De gebruikelijke Nederlandse betekenis van uitwerpselen of stront wordt in Vlaanderen niet gebruikt. Uitzondering hierop is hondenpoep, hoewel de Vlaming eerder hondenstront zal verkiezen.
< Volgens sommige etymologen zou poep komen van het Franse poupe: achtersteven van een schip, Latijn puppis
zie ook voorpoep; poepzitten; klets op de poep
Zet u neer op uw poep.
Als ge niet braaf zijt, krijgt ge een klets op uw poep.
Dat student Lloyd aarzelend op haar poep had gemikt om de omvang van de blauwe plek te beperken, kon Joke geen barst schelen. (standaard.be)
Houd uw poep lekker warm met ‘swants’ – De Standaard
Op het eind ging De Bruyne, na een zoveelste ren, op de poep zitten. Krampen. Zich helemaal te pletter gelopen. (demorgen.be)
zitvlak. Waarom armemensengat? Omdat het in twee stukken is.
- Die filmster heeft wel een schoon poepke!
- Och, het is ook maar een armmensengat.
wijsvinger
zie liereboom, lange
In het dialect klinkt dit als ‘snotwoof’.
duim 👍👎
zie liereboom, lange
In het dialect klinkt dit als ‘lauzeknoepper’.
middelvinger, middenvinger🖕
ne lange liereboom
In Zuid-Limburg noemt men de vingers: klein pinkske, ringvingerke, lange liereboom, snotwolf en luizenknoeper (in het dialect: klee pinkske, rinkvingerke, lange liereboom, snotwoof en lauzeknoepper)
middelvinger, middenvinger
ne lange liereboom
In Zuid-Limburg noemt men de vingers: klein pinkske, ringvingerke, lange liereboom, snotwolf en luizenknoeper (in het dialect: klee pinkske, rinkvingerke, lange liereboom, snotwoof en lauzeknoepper)
middelvinger
ne lange liereboom
In Zuid-Limburg noemt men de vingers: klein pinkske, ringvingerke, lange liereboom, snotwolf en luizenknoeper (in het dialect: klee pinkske, rinkvingerke, lange liereboom, snotwoof en lauzeknoepper)
(eigenl.) onbeholpen schaatsen; krabbelen, grabbelen, zwoegen
VD BE; informeel, iteratief van krassen
vnw:
•knoeien, kliederen, een smeerboel maken
•krabbelen, spartelen
vgl. rechtkrasselen; opkrasselen
Christophe Smeets ziet Torpedo krasselen en toch winnen (TITEL) (HN 29.10.08)
“Even later krasselde de 61-jarige gewoon terug recht, kroop van de sporen het perron op.” (HLN 01.01.09)
- niet goed behandelen, verknoeien
- bewerken, manipuleren, hanteren
< verhan(d)svollen – Veel in de handen nemen en alzoo schenden of beschadigen
“Pèren verhandsvollen”. (Cornelissen 1899)
- Rommel zo niet in die mand appelen, je gaat ze helemaal verhansvollen.
- “Nog een werk bij, dat kunnen we niet verhandsvollen!” zei de aannemer.
knoeien
zie ook sjoefelaar
Hare man is zo vol van zijn eigen dat hij alles kan, met zijne mond; hij sjoefelt meer dan dat hij iets fatsoenlijk maakt.
morsen, er een smeerboel van maken
zie ook sjoefelaar
Hare man is zo vol van zijn eigen dat hij alles kan, met zijne mond; hij sjoefelt meer dan dat hij iets fatsoenlijk maakt.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
