Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De onderstaande definities zijn de laatst gewijzigde definities van Vlaamse termen in ons woordenboek.
Deze lijst is ook beschikbaar als RSS Feed
iemand die grappig is, grapjas
zie ook onnozelaar
… en Frank Capra, de onvolprezen grappigaard van de Amerikaanse slapstick. (standaard.be)
Maar het gros van de deelnemers komt dus uit eigen land en het aanbod is erg breed: van grappigaard Kamagurka (Kama zingt!) en de Dill …(demorgen.be)
Ass kicker? Hahaha, gij grappigaard. (wzl.be)
dom iemand, sufferd, sukkel, sul, dwaas, oen (ietwat zachter dan ‘idioot’ in semantiek)
(Booms) ‘Gy sen onnozelaar, wi zet na een papfles oep 90 grâde, moe di kleine ’t ziekenhuis in ofwa??’
naargelang, naarmate
zie ook navenant
Het is novenant langs welke kant ge de berg beklimt.
Sommige mensen moeten zich kleden novenant wie ze zijn.
1. versiersel zoals o.a. slingers, e.d., versiering, decoratie
2. opsmuk, versiering (in de Kempen)
3. toetakeling (in de Kempen)
uitspraak: /pa ’loa s.e/
zie ook paleren
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Palatie, wat dient om te paleeren
”Met den règen is de palatie nat gewörren en bedörven”, Cornelissen-Vervliet (1899)
1. Een week na datum blijft die palatie nog hangen. ’t Wordt tijd dat we ze wegdoen (= verwijderen, weghalen).
In december ziet ge heel veel kerstpalatie in de straten en in de winkels.
2. In de jaren 80, als we uitgingen, was het mode om veel palatie van juwelen rond uwe nek te hangen.
3. Amai, een schoon palatie dat ge gekregen hebt op uw gezicht: een blauw sjiek en een farm schavak op uw kaak.
organist, orgelspeler
znwb: Organist, inz. in toep. op iem. die op een kerkorgel speelt; – orgelspeler (op een modern hammondorgel e.d.). Ook orgeliste v., -s en -n.
Typisch Vlaams: Belgisch-Nederlandse Standaardtaal; Gangbaarheid: 4; Vlaamsheid: 7
De restauratie zelf duurde zo’n twee jaar. Orgelist Luc Ponnet is zeer tevreden dat het zover is. (vrt.be)
Het kan goedkoper, zei ik dan altijd, maar dan moet je bijbetalen voor de gitarist en de orgelist en de pianist en dat was ik telkens zelf. (demorgen.be)
Toenmalig directeur Lies Kerkhofs vond dat zonde en contacteerde Luc Ponet, een orgelist uit Tongeren met wereldfaam. (standaard.be)
ambtgenoot, collega
Ben deze morgen naar de begrafenis geweest van mijn vriend en werkmakker Jef.
scheet, veest (Ripuarisch Limburg)
Trèk es aan miene vinger zaag miene nonk en hae leet eine helle vots.
Trek eens aan mijn vinger zei mijn oom en hij liet een harde scheet.
reet
De gebruikelijke Nederlandse betekenis van uitwerpselen of stront wordt in Vlaanderen niet gebruikt. Uitzondering hierop is hondenpoep, hoewel de Vlaming eerder hondenstront zal verkiezen.
< Volgens sommige etymologen zou poep komen van het Franse poupe: achtersteven van een schip, Latijn puppis
vnw: •reet
-iemand op zijn poep geven: iemand een pak voor zijn billen geven
DS2015 geen standaardtaal
zie ook voorpoep; poepzitten; klets op de poep
Zet u neer op uw poep.
Als ge niet braaf zijt, krijgt ge een klets op uw poep.
Dat student Lloyd aarzelend op haar poep had gemikt om de omvang van de blauwe plek te beperken, kon Joke geen barst schelen. (standaard.be)
Houd uw poep lekker warm met ‘swants’ – De Standaard
Op het eind ging De Bruyne, na een zoveelste ren, op de poep zitten. Krampen. Zich helemaal te pletter gelopen. (demorgen.be)
klokhuis
We hadden vlaaien gemaakt en de appelkitsen in de wei gegooid voor de ganzen, maar het waren de honden die met een groot deel ervan gingen lopen.
vroedvrouw, baker, kraamvrouw
Uitspr.: nadruk op eerste lettergreep (stoottonig, met ontronding: waajsvroo)
Vrigger wos ‘t de gewènte dat de waajsvroo bij kènder wo ze op de wêrd braach den hélligennaom Ghislenus of Ghislain(e) mètgoêf, petraun tiëge de steipkes. (vroeger was het gebruikelijk dat de vroedvrouw aan kinderen die zij hielp geboren worden de toenaam ’Ghislenus’ of "Ghislain(e)’ meegaf, patroonheilige tegen de stuipkes, om het kind voor deze ziekte te behoeden)
naargelang
zie ook navenant
Het is novenant langs welke kant ge de berg beklimt.
Sommige mensen moeten zich kleden novenant wie ze zijn.
kinderen, tieners
ook aanspreking: zie jong, jom, … (SN-NL: jongen)
Als die joeng aan ’t spelen zijn is ’t hier altijd veel laweit.
Ja joeng, ’t is ’t een en ’t ander tegenwoordig hé.
dom iemand (ietwat zachter dan ‘idioot’ in semantiek)
(Booms) ‘Gy sen onnozelaar, wi zet na een papfles oep 90 grâde, moe di kleine ’t ziekenhuis in ofwa??’
orgelspeler
znwb: Organist, inz. in toep. op iem. die op een kerkorgel speelt; – orgelspeler (op een modern hammondorgel e.d.). Ook orgeliste v., -s en -n.
Typisch Vlaams: Belgisch-Nederlandse Standaardtaal; Gangbaarheid: 4; Vlaamsheid: 7
De restauratie zelf duurde zo’n twee jaar. Orgelist Luc Ponnet is zeer tevreden dat het zover is. (vrt.be)
Het kan goedkoper, zei ik dan altijd, maar dan moet je bijbetalen voor de gitarist en de orgelist en de pianist en dat was ik telkens zelf. (demorgen.be)
Toenmalig directeur Lies Kerkhofs vond dat zonde en contacteerde Luc Ponet, een orgelist uit Tongeren met wereldfaam. (standaard.be)
collega
Ben deze morgen naar de begrafenis geweest van mijn vriend en werkmakker Jef.
een uitgebreid gesprek voeren, de tijd verbabbelen, kletsen
vnw: babbelen, kletsen, ouwehoeren
etymologie: zie lameer
Twee vrouwen bijeen: die kunnen nogal een stukske lameren hoor.
Ge staat er al een 1/2 uur te lameren met uw collega en uw werk blijft liggen. Probeer u te concentreren en doe voort met uw taak.
kletsen, kwaadspreken, meestal onder vrouwen
Van Dale: gewestelijk < Frans: (1599) la mère, vergelijk faire la commère (babbelen)
zie ook lameer
Ze staan daar uren te lameren, in plaats van hun trottoir te kuisen …
leegmaken
Vroegmiddelnederlands Woordenboek: idelen
Varianten: ydelen, hidelen
Oudste attestatie: Limburg 1240
Modern lemma: ijdelen (ydelen, hidelen),
Middelnederlands idelen; nederlands -ijdelen (in verijdelen)
< Ledigen, ledig maken. Kiliaan ijdelen, meer bepaald ook: tenietdoen; weerleggen; uitputten.
Plantijn: “den pot ijdelen"
- Die vanghenissen te zuyveren ende ydelen van de quaetdoenders, aangehaald bij V. Hasselt op Kiliaan
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
Thans in Noord-Nederland geheel verouderd.
— Ledig maken, ledigen (leegen); in Zuid-Nederland (in de volkstaal altijd in den samengetrokken vorm) daarvoor het gewone woord.
zie ook ielen
Als iemand b.v een emmer water heeft uitgegoten, dan heeft hij hem geydeld.
cavia
zie ook zeerat, steense rat
vgl. Duits: ‘Meerschwein’
Op de kermis stond vroeger een kraam waar ge kont inzetten op “zeevarkskes” (zeivêrkskes), t.t.z. op de nummer van het hokske waarin het beeske zou verdwijnen als het uit zijn kooike werd gelaten.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
