Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
1. mei(maand); 2. meitak, meiboom; 3. boeket bloemen; 4. naamfeest.
Ich verjoër èn de moend mee, mê m’ne mee ès èn miët op den héllige Sint-Zjauzef. Dan kraajg ich altijd ne mee bloemme. (Ik verjaar in de maand mei, maar mijn naamdag is in maart op Sint-Jozef. Dan krijg ik altijd een boeket bloemen)
De mee stèèke. (de meitak steken, d.i. als het huis onder dak is)
zie kwalijk
Ich bèn koellek. (ik voel mij niet lekker)
(iemand stuurde mij onlangs dit “kattebelletje”)
“Beste Meester, ge moet het onze zoon niet koelek pakken dat hij te laat op school was. Hij was deze morgen in eens koelek geworden.”
lompe nietsnut
Hij kan niets; hij is een echte prullenman waar ge niks mee kunt aanvangen.
aanknopen bij, inspelen op, inhaken op (een gesprek, thema, discussie)
Laat me inpikken op het discours van mijn voorganger (uit Taaldrop)
De Belgische delegatie pikte hierop in door WO II als algemeen onderwerp van deze uitwisseling naar voren te schuiven.
geregistreerd zijn/staan, gezocht worden
Fr. être signalé
Die blauwe Volvo staat geseind als gestolen.
Een van de gearresteerden staat geseind voor diefstal.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.