Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
iets of iemand tot last hebben/krijgen, ermee opgescheept zitten
Elke woensdagnamiddag heb ik de kleinkinderen op mijn nek, het wordt mij een beetje te veel bij momenten.
Oei daar is de gebuur, wat krijg ik nu weer op mijn nek?
opschepper
Fr. gros cou
Enkel dikke nekken rijden met dat soort auto’s.
zijn afkeuring voor iem. laten blijken, zijn misprijzen niet onder stoelen of banken steken
Cf. Van Dale N-F, sub ‘stijf’:
(in België; figuurlijk) iemand met de stijve nek bezien, traiter qqn avec mépris
In dat café ga ik niet meer, ze bezien mij daar met de stijve nek sinds ik het aan de stok heb gehad met de baas.
pretentie; kouwe drukte, gedoe, aanstellerij
(oorspr. onzeker, mogelijk afgeleid van Fr. égards)
Die gast heeft nogal besjaar aan zich!
E besjaar van e vroomes. (pretentieus geval, druktemaker)
Euver die paar fiezelkes zal iech gei besjaar make. (over die futiliteiten maak ik mij niet druk)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.