Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Of “kennis hebben (met)” in heel Vlaanderen “verkering hebben (met)” betekent, weet ik niet; alleszins is ze wel courant in Limburg. Van Dale 2009 noemt deze uitdrukking Belg.-Ned. (“niet algemeen”).
Synoniemen: bijeen/meteen gaan, bijeen zijn, kerseren, vrijen.
hoofd
Komt inderdaad voor, naast “uit hoofde van”. Overigens zegt men ook “bij hoofde van” in deze betekenis, iets vaker in BelgiĆ« dan in Nederland.
Maar brengen we deze uitdrukking niet beter onder bij een lemma “hoofd”? Dan kunnen we hier niet alleen “in ~e van”, maar ook het (even) Vlaamse “in mijnen ~e, in hunnen ~e” etc. in kwijt?
Bij ‘schuppen’ (= schoppen i/h kaartspel, zoals vermeld) hoort volgens mij de eind-n (vgl. den hartenaas). Maar ik realiseer mij dat dit in strijd is met andere samenstellingen in het woordenboek (schuppe twee, schuppe zot, schuppezot).
In Haspengouw “perdesuu” (accent vooraan): wie met de grote kermis (= begin oktober) zijn perdesuu niet aan had, die had er gene.
In Limburg ook overgankelijk gebruikt: hij vangt ze. (hij heeft een slag van de molen)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.