Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
beschrijft een situatie van vlot komen en gaan van mensen (aan een loket, in een winkel…) zonder opstoppende drukte, maar ook zonder dode momenten
“’t Was daar zeker venditie (= straatverkoop)? Kwam daar ”/definities/term/ewa">e wa (‘een wat’ = enig) volk op af?" “Een gaande man.”
bromvlieg
zie ook: dol, maneschieter, Spaanse vlieg
Ik hoor ne ronker vliegen, waar is de vliegemepper?
bromvlieg
zie ook ronker
“Leg het vlees in het vliegenkasken. En zie dat de deurkens goed toe zijn: er vliegt hier een Spaanse vlieg.”
met een bal spelen, sjotten, voetballen; allicht synoniem van ‘stuiteren, stuiten’
WNT: Botteren (botten), springen, loopen, draven
”Hij bottert over ’t veld”, schuerm. (1865-1870)
Ha hei laank gebotterd veu dattem nao hoas gekomen es.
(Hij heeft lang gevoetbald eer hij naar huis gekomen is.)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.