Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
wervelkolom, ruggegraat
vgl. Duits Wirbelsäule, Frans colonne vertébrale, Latijn columna vertebralis
zie ook verzamellemma geneeskunde
Normalerwijze bestaat de wervelzuil uit 33 wervels. De 24 bovenste wervels vormen de beweeglijke wervelzuil. Men onderscheidt 7 nekwervels (cervicale wervelzuil of CWZ ), 12 borstkaswervels (thoracale wervelzuil of TWZ) en 5 wervels in de lage rug (lumbale wervelzuil of LWZ). (hhp.be)
Asafwijkingen van de wervelzuil (scoliose) (uza.be)
huid
Van Dale:
1 huid
2 afgestroopte huid
Ondanks Van Dale, blijkt in sommige contexten vel toch typisch Vlaams toegepast te worden.
zie ook verzamellemma geneeskunde
Heel de dag in de zon gelegen en nu is mijn vel zo droog als ne leren lap, ’k Zal moeten smeren.
Hij heeft ne serieuse petotter gedaan, het vel hangt in flarden op zijn ellenboog.
Ze heeft een facelift gehad: haar vel is nu zo strak gespannen dat haar gat opengaat als ze haar ogen dichtdoet.
hoofd, ook gebruikt om het hoofd van een mens aan te duiden
Van Dale: kop (dem; koppen)
1. het voorste of bovenste deel van het dierlijk lichaam, overeenkomend met het hoofd bij de mens
2. (informeel) hoofd van een mens
zie ook verzamellemma geneeskunde
Ik ben met mijn stomme kop tegen de deur gelopen, en heb nu een grote bult.
> zie andere betekenis van kop
1.het lijf, het lichaam (pars pro toto)
Woordenboek der Nederlandsche Taal
Benaming voor de maag, den buik, het lichaam.
Zijn kas (kasse; kasken) vullen, zich dik eten (Joos; Cornelissen-Vervliet; Teirlinck)
E stuk in zij(n) kasken hebben, dronken zijn, Corn.-Vervl.
Wa(t) naar zijn kas krijgen, verwijtingen of kijven krijgen, Ald.
Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands, spreektaal
herkomst: mogelijk de afkorting van karkas, borstkas
zie ook verzamellemma geneeskunde
2. kast (meubel), ook als tweede deel van samenstellingen: keukenkas, slaapkamerkas, bureaukas…
3. spaarkas, bank
zie ook spaarkaske
< Frans la caisse (= de kassa, de geldkist)
uitdrukkingen met “kas”: zie
kas, alles uit zijn ~ halen
kas, de ~ spijzen
kas, er zijn ~ aan vegen
kas, het is ~
kas, iets in zijn ~ spelen
kas, in zijn ~ slagen
kas, op zijn ~ krijgen
kas, zijn ~ opvreten
kas, uw ~ volspelen
kas, zijn ~ afdraaien
kas, zijn ~ leegrijden
1. Ge kunt u niet voorstellen wat die allemaal in zijn kas slaagt (kas, in zijn ~ slagen).
Hij zit de godganse dag zijn kas op te vreten. kas, zijn ~ opvreten
2. Keukenkas in 2delen 2,00m lang. Bovendeel 110h. Vijf deuren. (advertentie 21/11/15)
3. De kas is vrijdag gesloten omdat het dan een feestdag is. Ge zult die verrichting dus best donderdag doen.
torso, borstkas
carrure: afstand van schouder tot schouder)
overdrachtelijk: brede lichaamsbouw
figuurlijk: zie ander lemma karuur
< Frans carrure < carré (vierkant)
zie ook verzamellemma geneeskunde
IJ eed een breed karuur. (Hij heeft een breed karuur.)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.